woensdag 23 november 2011

Mist ? !

Mist. Waar? Hier?
Ik zie helemaal niets. Nou ja, ik zie dus een heleboel, want er is geen mist, hier. Al dagen niet en ook niet gehad. Als ik mij uit mijn territorium richting het noorden of noord-westen begeef, dan, ja dan kom ik in de mist. Maar niet hier. Al dagen zie ik de zon aan een prachtige blauwe hemel. Vandaag even niet - maar we hebben geen mist! Buienradar - die inmiddels ook in de mist zit - beweert dat we wel degelijk mist hebben. Bij nadere bestudering van wat zich aan de andere kant van mijn raam afspeelt, zou je misschien kunnen concluderen dat er een ietsiepietsie mist hangt. Maar mijn ramen zijn ook gruwelijk aan een wasbeurt toe.
Mist in mijn hoofd, dat is er wel. Daar kan geen mistlamp enige verlichting brengen. 

dinsdag 8 november 2011

Dubstepperderpep

zondag 6 november 2011

Op het leven!

Heel klein, kwetsbaar, maar al zo vol leven.
Een wonder in tweevoud, Uk en Puk.
Mijn hart staat weer wijd open.
Er is nog zat ruimte voor deze twee.

Trots op de ouders die Uk en Puk met liefde omarmen.
Alsof ze er altijd al zijn geweest.

Grote broer die alles in de gaten hield.
Zíjn broertje en zusje.
Hij kan niet wachten om met ze te spelen.

En ik mocht ze bewonderen, aanraken, vasthouden.
Ze lieve woordjes toefluisteren en kusjes geven.

Mijn hoofd zit vol vlinders.

woensdag 2 november 2011

Hoe gaat het met Greet?

'Hoe gaat het met je?'

Het is een vraag die mij de laatste tijd vaak wordt gesteld. Het is een vraag naar welbevinden en mijn wel bevindt zich al een hele tijd niet op de plek waar het moet zijn. Toch vind ik het een moeilijke vraag, want het is alleen mijn lijf die die niet wel is, maar mijn geest wil wel.

Vermoeidheid is een raar iets. Het beïnvloedt je complete zijn. Buiten het feit dat mijn bips al lang geen zadel meer heeft gevoeld en de sportschool zijn maandelijkse bijdrage int, zonder dat ik mijn gezicht laat zien en een wandelingetje op slakkengang gaat voor maximaal een uur, doet het nog veel meer met je. Mijn spieren trillen zonder dat ze een donder uitvoeren. Na een beetje inspanning kunnen ze pijn doen alsof ik de marathon heb gelopen.

Bij het opstaan scheur ik me los uit de warme, zachte armen van mijn bed. De rest van de dag zit er een mist in mijn hoofd, die toeneemt naarmate de dag vordert. Deze mist geeft een zicht op mijn gedachten van minder dan 5 millimeter, maar met grote gevolgen. Een focus op één gedachte of ding blijkt bijna onmogelijk. Ik heb een concentratieboog van een gepelde garnaal. Een boek lezen vergt twee keer zo veel tijd, want soms heb ik geen idee wat ik lees, laat staan dat ik het begrijp. Mijn geheugen is een groot gapend gat. Een gesprek voeren voelt als een gevecht, want mijn gedachten komen niet uit mijn mond zoals ik bedacht had en bepaalde woorden lijken wel onvindbaar.

Dokters buigen zich over mijn gesteldheid. Is het niet hier, dan wel daar. Mijn hoop ligt nu bij specialisten die kaas hebben gegeten van vermoeidheid. Vooral omdat ze een idee hebben hoe ze het kunnen aanpakken. 

Ondertussen heb ik vooral veel plezier in het leven, want daar ontbreekt het niet aan, ondanks de frustraties van veel niet kunnen en de dikke tranen die daar wel eens mee gepaard gaan. 

Ik heb dus geen idee wat ik op die vraag moet antwoorden.