woensdag 29 juni 2016

Greet bewoog zich tussen de bejaarden

Ooit zat ik op de fiets en bedwong heuse bergen, tenminste, in mijn beleving dan. Daarnaast nog één keer in de week een beetje sportscholen. Plus hier en daar nog een wandelingetje. Oftewel, ik was actief! Jammer de bammer kon dat al een hele tijd niet meer, omdat mijn lichaam de handdoek in de ring had geflikkerd. Maar maanden geleden scheen er hier en daar en af en toe al weer een lichtje aan de horizon, dus vroeg ik mijn Brusselse vriend of ik misschien weer een beetje in beweging mocht komen.

Er werd gefronst en gezucht en bedenkelijk gekeken. Mijn immuunsysteem stond toen nog in de opperste staat van paraatheid en ver in de rode cijfers en sporten ging daar alles behalve positief aan bijdragen. Dus het mocht wel, alleen onder de nadrukkelijk voorwaarde dat ik het slechts en uitsluitend in water zou doen.

Ik meldde mij aan bij het zwembad een dorp verderop waar ze aan 'warmwater zwemmen' doen. Ik kocht een badpak, want in mijn bikini vond ik het ook zowat en stond de eerstvolgende woensdagochtend om 8.30 ineens tussen een groep bejaarden. Met een schuin oog werd ik van top tot teen gemonsterd en het gepraat ging over in gemompel. Ik stelde me hier en daar even voor en we schuifelden het zwembad in.

Het is zo'n van-pierenbad-naar-diep-maar-toch-nog-staan deel van het zwembad. We liepen, joggden, stapten, zwaaiden, zwommen van links naar rechts en we deden oefeningen. Als er geen rollators aan de kant van het zwembad stonden, dan deden we onze loopoefeningen door de 'stroomversnelling'. Ik werd de eerste keren aan alle kanten ingehaald door mensen die bijna twee keer zou oud zijn dan ik.

Sociaal gezien ben ik niet een haantje de voorste. Waar de rest met elkaar leuterend zijn oefeningen deed, had ik al mijn concentratie nodig om niet te verzuipen. Af en toe vroeg er eens iemand in bedekte termen wat ik heb en dan vertelde ik de telegramversie van mijn lichamelijke gesteldheid. Het gesprek was altijd kort, want ik vroeg nooit wat de ander had. Ten eerste wist ik niet hoe ik dat moest vragen ('En waarom zit u in deze groep?' klinkt volslagen waanzinnig) en ten tweede was ik bang dat ik dan de rest van de tijd deelgenoot zou worden gemaakt van alle mogelijke lichamelijke ongemakken. Voor mijn gevoel moest ik daar dan weer iets mee en er de volgende keer weer naar vragen en zo. Maakt het alleen maar nodeloos ingewikkeld, terwijl ik alleen maar wilde bewegen, in water.

Mij is wel duidelijk dat eenmaal in de groep je je uiterlijk niet meer moet veranderen. Een ander badpak of je haar in een staart is vragen om problemen. Je werd dan gezien als nieuweling en de hele meute kwam zich rustig weer aan je voorstellen, terwijl je net zo lekker je eenzame, anonieme en onopvallende plek in de groep had ingenomen. De starende blikken en het gemompel begon dan ook weer van voren af aan.

Na de les mocht iedereen nog even in het bubbelbad. Het zwembad is in het weekend een tropisch zwemparadijs. Dat is een mooie omschrijving voor een Oost-Europees ogend bad met een bouwjaar ver terug in de vorige eeuw. Alles was een beetje viezig, met schimmel in de voegen en vergeelde tegels. Er zweefde wel eens een pleister over de bodem en je moest er niet te veel bij stilstaan hoeveel mensen in het weekend niet zo'n zin hadden om naar toilet te gaan. Dat zwemmen is dan nog één ding, maar ik ga niet met zijn allen in een net iets te klein bubbelbad om nog even na te praten. Voor geen goud.

Maar nu ga ik echt zwemmen. In mijn eigen dorp, in een gewoon zwembad. Niets geen tropisch geneuzel. Geen bejaardengroep. I have to move on. 


woensdag 15 juni 2016

Voorwaarts, mars!

Goed nieuws moet gedeeld worden met een driewerf HOERA!

De oorlog is beslist in mijn voordeel. De broertjes Bor en Bar hebben de strijdbijl begraven en hebben hun biezen gepakt. Mijn lijf heeft weer het rijk alleen. Nou ja, bijna dan. Want de gebroeders hebben wel wat rotzooi a.k.a. toxines achtergelaten. Die moeten weg. Hoe is nog een beetje de vraag, maar weg moet het.

Ook heeft al die antibiotica gecombineerd met de Lyme de bacteriehuishouding in mijn darmen nogal om zeep geholpen. Het rommelt daar behoorlijk, want het is een rommeltje. Maar daar is al aan gewerkt en wordt nog aan gewerkt.

En hoe voelen wij ons? Nou, beter dus! Ben ik mijn oude zelf? Nee, nog niet. Word ik dat ooit? Geen idee, maar daar ga ik wel mijn best voor doen. De laatste maanden voelde ik al dat ik terrein aan het winnen was. Ik herstelde beter, ik rustte zowaar uit van een goede nacht slaap, de pijn werd minder en mijn hoofd, oh mijn hoofd voelt zo helder. Ik heb weer overzicht, rekenen gaat weer zonder machientje, de woorden komen uit mijn mond zoals ze in mijn hoofd zitten en snel ook. Mijn geheugen doet het bijna weer als vanouds.

Nu blijkt dat de bloeduitslagen dit gevoel bevestigen. Wat een half jaar geleden nog in de rode cijfers stond, omdat het allemaal ver boven normaal was, is nu weer zoals het hoort op een paar dingetjes na.

De volgende stappen kunnen worden gezet. Ontgiften. Revalideren. Herstellen. Het plan daarvoor is nog vaag en niet concreet, maar dat komt. Mijn lichaam heeft tijd nodig om te ontgiften en te revalideren en te herstellen. Maar ik heb een lange adem en ben nog lang niet uitgeademd. Er is nog lucht genoeg. Rustig aan is het devies, iets met grenzen en geduld.

En dan nog iets, ik mag weer plannen maken van mijzelf. Daar is weer ruimte voor en ik voel dat het kan. Geen grootse plannen, tenminste, wat is groots? Een plan is een plan en een plan ligt in de toekomst. Dat maakt ook een tikkie bang, want ik weet inmiddels dat verder kijken dan een dag behoorlijk teleurstellend kan zijn.

Ik schreef al eens over hoop en vertrouwen. Een lastig onderwerp als toekomst een grijs en mistig gebied is geworden. Maar zonder hoop, geloof en veel liefde kom ik niet verder in het leven. Mijn drievoudige drijfveer.  Dus ga ik nu verder, hoofd omhoog, blik vooruit en voorwaarts!