woensdag 27 januari 2010

Greet in Amsterdam

Ik bracht kleine Frummel naar bed, nadat we met alle auto's hadden gespeeld en alle boekjes hadden gelezen en ook alles hadden benoemd, waarbij hij veelvuldig op dramatische wijze 'oh nee' zei.
Zijn neus zat dicht met snot en er zat een speen in zijn mond. Om hem toch wat lucht te geven, begon ik het snot uit zijn neus te pulken. Hierbij begon Frummel te giechelen. Bij elke giechel tinkelde er iets in mijn hart.
Ik ben verliefd op dit kleine, lichte kind.

vrijdag 22 januari 2010

De zinloosheid der dingen

Over het algemeen hebben de dingen wel nut.
Al zijn er ook een heleboel dingen die beslist geen nut hebben.
Eén specifieke zaak wil ik graag onder uw aandacht brengen. Het gaat om stoplichten. Stoplichten zijn over het geheel genomen behoorlijk nuttig. Zonder stoplichten wordt het met de enorme hoeveelheid aan verkeer tegenwoordig een grote chaos. Stoplichten moeten al die mensen die lopen of enige vorm van vervoermiddel gebruiken in goede banen leiden.

Maar in Maastricht... Mag ik even zuchten?
Ze leiden de zaken in banen, maar of ze die nu in goede banen leiden, daar ben ik niet van overtuigd. Mocht u ooit afzakken naar deze overigens zeer leuke plaats, neemt u dan vooral de tijd voor de stoplichten. Ontwijken is absoluut onmogelijk. Ze staan echt overal en het beleid van een beetje stoplicht hier is buitengewoon lang op rood staan en zo kort op groen, dat als u met uw ogen knippert u het volledig gemist kan hebben, dat groen.

Dan de voetgangersstoplichten. Op weg naar het centrum moet je de President Rooseveltlaan oversteken. Dit is een vierbaansweg met echt veel verkeer. Het is namelijk het stadse tussenstuk van de A2. Slimme mensen hebben bedacht dat het wellicht veiliger voor de voetgangers zou zijn als er een stoplicht kwam. Echter, op deze doorgaande route komen de auto's ook veel stoplichten tegen en dus is er een zogenaamde 'groene golf' werkzaam. 50 km per uur en heb je de stoplichten eenmaal groen, allemaal groen. Op een of andere manier werkt hier de bekende uitzondering op de regel dat alle stoplichten kort op groen staan, want op deze weg lijken ze permanent op groen te staan.

Je staat dus als voetganger bij het oversteekstoplicht. Je drukt op het knopje. Ergens in een of ander kastje komt nu een signaal dat er iemand wil oversteken. Dit signaal, laten we hem Harry noemen, gaat ernstig nadenken. 'Wanneer is het juiste moment om de auto's op rood te zetten, zodat de voetganger groen krijgt en kan oversteken, maar ik mag de groene golf niet onderbreken, anders gaat alles in de war. Oh, wat moet ik doen?' Je ziet Harry als het ware een beetje in paniek raken.

Als ik Harry zou zijn, dan zette ik zo snel mogelijk de auto's op rood en dan de voetgangers op groen. Klaar, over. Logisch toch?
Maar niet voor Harry. Die wacht net zo lang tot er zo ver je kan kijken geen auto meer aan komt. Hij twijfelt nog even, maar dit is echt het moment. 'Ja, ik doe het! De auto's rood, oh, spannend, de voetgangers groen. Zo, goed gedaan! Maar waar zijn die voetgangers nu gebleven?'

Die hebben heel onverantwoord besloten om zelfstandig over te steken, zonder hulp van Harry die het stoplicht zinvol moet regelen. We gaan er maar van uit dat Harry zijn opleiding nog niet heeft afgerond, of misschien is Harry wel heel onzeker.

dinsdag 19 januari 2010

Greet in het 'oude' huis

Zaterdag gingen Mr. T en ik even kijken of ons oude huisje de ernstige vorst had overleefd en of er nog belangrijke post was van instanties die aan onze verhuisaandacht waren ontsnapt.
Ik kon me nog maar moeilijk een voorstelling maken van ons vorige plekje. Zonder pijn in mijn hart stak ik de sleutel in het slot en stapte over de drempel. Ik had het huis nog niet in ontmantelde staat gezien. Volgens de Van Dale is ontmantelen: het van het belangrijkste ontdoen.
De Van Dale heeft het weer eens bij het rechte eind, het huis was van het belangrijkste ontdaan: sfeer, gezelligheid, onze spullen, ons! Dit was niet meer ons huis.
Zonder pijn in het hart stapte ik weer over de drempel, niet nadenkend waar de sleutel zou kunnen zijn en of die überhaupt zich aan de buitenkant van de deur zou bevinden. Mr. T zwaait enthousiast de deur dicht en denkt ook niet na over de positie van de sleutel en vraagt bij het dichtslaan van de deur verschrikt: heb jij de sleutel?
Nadat we direct en uiteraard een beschuldigende vinger naar elkaar hadden gewezen, voelde ik maar eens in mijn jaszak. Volkomen onverwachts zat daar de sleutel aan mijn bos.
Die had zich natuurlijk stiekem verstopt.
Zo gaat dat met sleutels.

dinsdag 12 januari 2010

De realiteit achter een pijnlijke kies

De genen in onze familie hebben één nadeel. Ieder ander die meer nadelen ziet, snapt niet dat je in elk nadeel een voordeel moet zien. Maar dat ter zijde, ik ben tenslotte Cruijff niet.

Het nadeel is namelijk dat bij ziekte of ongeluk het regelmatig voorkomt dat het direct zo ernstig is. Dan bedoel ik niet een griep of verkoudheid, want daar draaien wij ons hand niet voor om; wij zijn geen watjes als ik het zo mag zeggen. Maar iets kleins kan makkelijk iets groots worden. En zegt een arts dat er een bijzonder kleine kans is dat je complicaties krijgt, dan weten wij met een bijna aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat wij die complicaties gaan krijgen.

Nu is het geval dat ik over het geheel van mijn leven genomen er nog redelijk goed van af ben gekomen, wat betreft de ernstigheid der gezondheidszaken. Maar niet bij mijn verstandskiezen. Ik was mij van geen verstandskies bewust, totdat zo'n jaar of 10 geleden er één ging ontsteken. Dit was een op dat moment voor mij nog onzichtbare verstandskies, maar ik had wel een overschot aan snot in mijn hoofd en pijn in mijn kaak. Na een telefoontje naar de tandarts werd ik doorverwezen naar een kaakchirurg in een Larens ziekenhuis.

De kaakchirurg was een beer van een vent - het type slager, Duitser, met een overduidelijke voorliefde voor Friesland. Wat kon ik anders doen dan deze beul maar vertrouwen. Na een fotosessie wees hij mij verheugd, enthousiast en met een bijna onverstaanbaar Duits accent op het probleem. De verstandskiezen in mijn onderkaak zaten overdwars, verstopt. Dat ze ook figuurlijk dwars konden zitten, bleek uit een dijk van een ontsteking.

Om een lang verhaal nu iets minder lang te maken, de dwarsliggers zijn er in meerdere behandelingen uit gesneden. Weest u niet bang, ik was goed verdoofd, nadat de vriendelijke beul ook nog fanatiek, maar geheel per ongeluk verdoving in mijn neusholte had gespoten.
Gezien de ontsteking moest ik nog een extra kies links opofferen. Als restverschijnsel heb ik nu rechts een kies waar de wortel net iets te open en bloot ligt. Dit resulteert in regelmatige kiespijn na het eten of drinken van iets kouds, warms of zoets.

Op een of andere rare manier heeft zich de idee in mijn hoofd genesteld dat met de verhuizing de kiespijn wel achter zou blijven. De eerste weken van ons verblijf hier leek mijn geest zijn wil op de kies gelegd te hebben. Geen centje pijn, met wat ik ook at. Tot aan de kerst. De waarheid heeft mijn kies achterhaald. Hij deed weer pijn, na het rechtstreeks gieten van zoete vloeistof op de kies.

De realiteit nam onmiddellijk bezit van mijn hersens. De kies was een zelf bedachte metafoor voor mijn wortels. Ik ben wie ik ben, met alles er op en er aan. Hier ben ik, geen drol veranderd, niets heb ik achter gelaten. Er is geen barrière tussen mij en de rest van de wereld, niet anders dan een barrière die bestaat in mijn hoofd. Ik zucht. Tijd om mijn wortels hier te gaan planten en niet langer op zoek te gaan naar waar de rest van mij gebleven is.

woensdag 6 januari 2010

Greet op een mooie plek in Maastricht

Zondag, voorafgaand aan een gezamenlijke maaltijd met onze broers en zussen van de kerk, bezochten Mr. T. en ik de Algemene Begraafplaats Tongerseweg.

In 1809 is hiervoor een hectare grond aangekocht en voor een halve hectare ingericht door de architect Jean François Soiron. De begraafplaats is immens en verschillende architecten hebben hun steen bijgedragen aan de uitbreiding. Oorspronkelijk werden er rooms-katholieken, protestanten en joden begraven, waarbij de joden wel buiten de ommuring terecht kwamen. Inmiddels mag alles er liggen, van welke religie of niet-religie dan ook.

Wij waren diep onder de indruk van deze plek. Het was vreselijk koud, waardoor we behoorlijk door moesten lopen. Door de sneeuw konden we de schoonheid van sommige stenen niet bekijken. We werden een beetje stil van de rust, de prachtige bomen en de oneindigheid van de paden. Door even niet te lopen zagen we de begrensdheid van de inrichting.

Hier voelde ik het, dit mag mijn aardse eindpunt wel zijn, over ongeveer 100 jaar, misschien.

(de prachtige foto's zijn niet van Greet, maar van Ernst van Loon (zie ernstvanloon.com))

zaterdag 2 januari 2010

Familie

Nieuwjaarsdag, 1 januari 2010.
We zijn in ons ouderlijk huis.
In de loop van de dag druppelt iedereen binnen, niet afgesproken.
Er is een moment dat we alle 17 binnen zijn.
Overal zit of staat iemand en we praten allemaal door elkaar.
Mijn moeder voorziet iedereen van eten uit haar onuitputtelijke voorraad lekkere dingen.
Mijn vader schenkt de glazen maar weer eens vol.
Liefde en Lol zitten gezellig hand in hand in het hoekje van de kamer en nemen langzaam bezit van de hele ruimte.
Ik zet mijn hart open, laat me overweldigen.
Ik ben gelukkig.