Vorige week stond hij een kwartier voor de afgesproken tijd aan de deur.
Ik was nog bezig de slaap uit mijn ogen te wrijven, maar hij was bijzonder wakker en monter voor dit vroege tijdstip. Hij stelde zich voor met een open blik en vriendelijke ogen. Zijn eerste vraag was of hij Maastrichts kon praten. Ik overwoog om in het Fries te antwoorden. In plaats daarvan gaf ik aan dat het de onderlinge communicatie ten goede kwam als het Maastrichts achterwege bleef.
Hij vertelde direct honderduit over hoe hij zijn vrouw die ochtend had geholpen met de kinderen, wat hij normaal gesproken nooit deed. Hij vond het maar een heel gedoe. Hoe ik dat deed met mijn kinderen. Een man van 37 kan soms ook best lastig zijn, dacht ik bij mijzelf. Ik ben niet het loslippige type tegen vreemde mannen, dus ik zei dat ik geen kinderen had, wel katten. Hierop ging hij in zijn enthousiasme over op het Maastrichts en ergens ving ik op dat het over kattenmandjes ging, dus ik knikte maar wat.
Maar hij kwam natuurlijk voor de klus met de ramen. Dus of ik hem even wilde laten zien om welke ramen het ging. Hij sprong met twee treden tegelijk naar boven, waarbij de katten zich angstvallig terug trokken op onzichtbare plekken, niet gewend aan zoveel energie in de ochtend.
Na de nodige instructies vroeg ik of hij koffie wilde. Mr. T. had namelijk gezegd dat het heel normaal is om koffie aan te bieden aan iemand die een klus komt doen. Ik dacht altijd, de vreemde man komt om te werken, niet om koffie te drinken, maar dat is dus niet zoals het hoort. Blijkbaar mis ik soms wat in de omgang met vreemde mannen.
Wat ik me ondertussen afvroeg, waarom hij mij hardnekkig met 'mevrouw' bleef aanspreken, terwijl ik me met mijn voornaam voorgesteld had. Hij deed namelijk zo zijn best om de afstand tussen ons iets in te korten, door veel te praten. Ongetwijfeld lag het aan mij, want ik deed vooral mijn best om de afstand zo groot mogelijk te houden. Ik voel me namelijk behoorlijk ongemakkelijk met een vreemde man in mijn huis.
Een paar week geleden voelde ik me ook ernstig oncomfortabel door een schildertje die namens het bouwbedrijf hier een klacht met een likje verf kwam oplossen. Wat betreft zijn uiterlijk had het me niet verbaasd als hij een karakter zou zijn uit de Lord of the Rings. Daarbij had hij een griezelig bouwvakkersdecolleté. Ik had hem zonder probleem zo omver kunnen blazen, maar toch bekroop mij een gevoel van onbehagen bij dit schildertje.
Uiteindelijk vroeg de vreemde ramenman me weer naar boven te komen, om zijn werk te bewonderen. Het raam moest nog iets verder open kunnen, dus klauterde hij gemakkelijk op de smalle vensterbank voor de modificatie, waarbij hij lachend zei dat hij ook zo klein was, wat ook zo was. Ik zei dat hij mijn trapje wel mocht lenen.
Na anderhalf uur was de klus geklaard en betaald en de vreemde man onder het uiten van de nodige instructies om ramen en deuren piepvrij te houden, vertrokken.
Ik slaakte een zucht van verlichting.
Ik ben niet zo handig met vreemde mannen.
Gelukkig maar dat de vreemde mannen handig zijn.