donderdag 17 september 2009

Greet en de katten




Ik heb zojuist Redje (verassende naam voor een rode je-weet-wel kater) weer aanschouwd met een aanval van volledige gekke katten ziekte. Ik zit achter (of voor, het is maar hoe u het hebben wilt) het appeltje en ik heb uitzicht door het keukenraam op de voortuin met daarachter het looppad. Ons huis ligt lager dan het zogenaamde maaiveld, dus het looppad is ongeveer op ooghoogte als ik zit.

Af en toe zie ik een rode vlek voorbij schieten. De ene keer van links naar rechts en vervolgens van rechts naar links. Soms neemt hij een snoekduik door de tuin, die ook weer lager ligt. Zijn staart wijst kaarsrecht omhoog. Een teken dat hij het naar zijn zin heeft. Over het algemeen is het altijd snel weer over, deze gekte, en gaat hij weer over tot de orde van de dag: slapen.

Ooit toen hij jonger was, had hij dit gekkenuurtje bijna iedere avond. De andere kat Stimpy, die we toen nog hadden, zuchtte altijd van ergernis over zoveel onbezonnen gedrag. We hebben wel eens advies gevraagd aan de dierenarts, want we begonnen toch ernstig te twijfelen of dit wel gezond was. Het was normaal, maar als we het heel erg vonden, kon hij wel rustgevende pilletjes krijgen. We vonden het niet erg.

Nu kan ik over het algemeen een hoop van het gedrag van katten verklaren. Zo had ik, lang geleden tijdens mijn studententijd, mijn eerste kat Obelix. Dit beest kwam als ieniemienie kleintje bij mij, maar ik had even onderschat dat ik niet de enige bewoner in het huis was. Deze kat kon niet omgaan met de uiteenlopende wijzen van opvoeding. Ik begreep dit wel, want om in je eerste weken door de lucht gegooid te worden om te testen of je op je pootjes landt, is echt heel erg traumatisch. Obelix uitte zijn onvrede door ons en dan vooral mij als pitbull aan te vallen. Hij hing dan als een bolletje om je pols of je enkel geklemd.
Ik heb afstand van hem moeten doen, toen ik naar Italiƫ vertrok.

Ander gedrag is moeilijk te verteren. Stimpy, ooit uitgezocht door Mr. T. voor mij, was mijn kindje. Mijn held, mijn beauty, mijn alles. Maar de liefde is niet zonder slag of stoot ontstaan. In zijn jonge jaren vond hij het geweldig om de manshoge Ficus om te gooien en de bank van achter met zijn nagels te bewerken. Maar een verhuizing heeft hij me nooit vergeven. De liefde bleek zoals bij alle katten, te gaan om de combinatie omgeving en baasje, waarbij voor hem de omgeving dus cruciaal was.
Hem hebben we moeten achterlaten op een boerderij hier ver vandaan.

Nu hebben we dus Redje en Guus. Redje is dik en op zijn gekkenuurtje na, vooral lui, maar een ontzettende lieve knuffel. Guus is klein, eigenwijs, heeft het liefst dat je naast hem zit als hij eet, kan niet drinken zonder al het water uit de bak te spetteren en gaat op een touwtje liggen als hij wil spelen. Hij uit zijn frustraties over het leven door een AH hamster af en toe er flink van langs te geven. Zo erg, dat je medelijden met die hamster krijgt, ook al weet je dat het een stuffed animal is. Redje houdt niet van wassen. Hij likt hier en daar eens over zijn vacht en denk bij zichzelf: mooi rood is niet lelijk. Guus daarentegen wast zijn koeienvelletje alsof zijn leven er van af hangt.

Ik ga die rooie weer even binnenlaten. Hij kijkt me heel verwijtend door het keukenraam aan, waarom ik hem niet al lang heb binnengelaten.


Geen opmerkingen: