Hier is ikkes, Guus. Ze noemen me ook wel 'Koe' of 'Die Kleine' of 'Flappie'. Het is allemaal drie keer niks. Wie noemt zijn kat nou Guus? Dat is toch geen naam voor een beest? Maar goed, ik moet het er maar mee doen.
Ik zal u eens verslag doen hoe het mij vergaat, nu die
dikke rooie ploffert niet meer onder ons is. Trouwens, over de doden niets dan goeds, maar het was toch wel een klein beetje een lulletje rozenwater. Ik bedoel maar, heeft hij ooit
een konijn gevangen? Hij voer nog wel eens mee op
mijn successen, maar dat telt natuurlijk voor geen ene meter. Slapen en eten, daar was hij veruit de beste in. Als hij dan naar buiten moest, dan kon hij ook uitstekend voor de deur hangen. Wachten tot hij weer naar binnen mocht. Twee meppen waren meestal voldoende om die eerste plek voor de deur op te eisen. En kom op, welke kat durft er nu niet alleen te poepen...
Ik begreep er eerst helemaal niets van dat hij er ineens niet meer was. Weken werd hij bijna om de dag in die verschrikkelijk mand gepropt en weggebracht. De ene keer kwam hij wel mee terug en de andere keer niet. De laatste keer duurde het te lang. Zijn etensbak was ook weg en ik werd ineens in zijn hangmat gelegd. Ik dacht bij mezelf: ja dahaag, en er straks weer uitgejaagd worden omdat die rooie vlek er moet liggen. Maar dat gebeurde niet. Ik heb nog een week of twee gezocht en geroepen, maar tevergeefs en toen begreep ik het. De eerste de beste keer dat ik in die reismand moest, heb ik mij dan ook met poot en tand verzet.
Maar op een of andere manier ben ik nu wel gewend aan de alleenheerschappij en ik kan het aanraden! Het is fantástisch. Ik lig op elke plek die ik wil. Het gras is nu definitief voor mij alleen. Als ik buiten ben en ik moet noodzakelijk weer naar binnen, dan zet ik een keel op. Ik zorg hoe dan ook dat ik boven alles uit kom. Dat de buren daar misschien last van hebben, soit. Als ik naar binnen wil, dan wil ik naar binnen, onmiddellijk. Buiten heb ik overigens alles weer redelijk onder controle. Ik moet hier en daar nog een kat overtuigen, maar mijn territorium is nu duidelijk en vooral heel groot. Dat ik dan soms wat klappen oploop en gehavend uit de strijd kom, dat is dan 'collateral damage'.
Ik zoek af en toe de grens weer eens op. Pakt niet altijd even goed uit. Toen ik laatst het aanrecht weer eens uitprobeerde kreeg ik ongenadig op mijn sodeflikker. Geen succes dus. Maar als ik iets niet wil, dan gooi ik mijn tanden en nagels in de strijd. Werkt gegarandeerd. Aan het einde van de dag doe ik net zo lang vervelend tot er iemand met mij gaat spelen. Daar is in je eentje namelijk geen bal aan. En als ik mij een beetje goed gedraag, dan mag ik 's avonds nog wel eens op schoot liggen.
En oh ja, ik ben al een tijdje autodidactisch bezig om automonteur te worden. 't Is alleen zo vervelend dat je er zo smerig van wordt.
Kortom, ik ben best wel enorm gelukkig!