dinsdag 22 december 2015

Greet en Mr.T. hebben een nieuw vriendje

Hoi,

Ik ben Flip.
Ik ben een standaard ruwhaar teckel pup en ik ben op 19 december verhuisd van de plek waar ik op 19 oktober 2015 geboren ben, naar de plek waar ik de rest van mijn leven ga wonen. En dat is bij Mr.T en Greet. Ze zijn mijn baasjes, maar what's in a name, ik regeer de boel. Ze doen wel hun best, ik hoor namelijk veel 'nee' en andere commando's die ik nog niet thuis kan brengen. Soms doe ik maar even alsof ik luister, krijgen zij ook een goed gevoel.

Ik vond het wel spannend, eerst een grote reis in de auto en toen een nieuw huis en helemaal alleen slapen 's nachts, maar ik heb van nature een vrolijk karakter, dus het komt wel goed. Gister ben ik ook al naar de dierenarts geweest en dat was eigenlijk best leuk, behalve die prik dan. Ik kreeg steeds maar wat lekkers en iedereen was heel lief voor mij, want ze vonden mij natuurlijk rete schattig. Ik heb namelijk een waggelkont en zit nog veel te ruim in mijn vel, mijn oren en poten zijn ook nog te groot. Nou, dan heb je alles mee hoor, kan ik je vertellen.

Ik maak hier en daar ook gruwelijk misbruik van mijn charmes. Zeker als ik iets stouts heb gedaan, zoals de kerstboom op sleeptouw nemen, of een snoer proberen door te bijten, of aan de bank knagen. Mijn baasjes zijn dan boos en dat vind ik dan weer niet leuk, maar ik zet dan even mijn allerliefste bekkie op, ik kijk een beetje zielig en hoppa, ze zijn weer om. Alles vergeven en vergeten.

Waar ik gek op ben is spelen. Maar wat ik het allerliefst doe is knuffelen. Ik mag jammer genoeg niet op de bank, maar zodra iemand op de grond zit, dan kruip ik op schoot. Dan nestel ik me lekker en ga een partijtje liggen snurken. Ben ik ook goed in namelijk.

Ook mag ik veel naar buiten. Ik geloof dat ze het prettig vinden dat ik buiten poep en plas. Dat snap ik best, want ik moet dat ook niet hebben binnen. Maar ja, ik ben nog heul klein en soms snappen ze me niet als ik aangeef dat ik vreselijk nodig moet. Dan zit er niks anders op en moet het maar. Gelukkig is dat maar een paar keer gebeurd. Nu doe ik standaard maar een plas als ik buiten ben, hebben we dat maar gehad. En dan ga ik op zoek naar konijnenkeutels, die zijn lekker! Door plassen stampen vind ik ook hilarisch. Of door een modderhoop wroeten. 

Mijn baasjes moeten ook wennen. Want wat ik al zei, ik regeer de boel. Dus als zij net hebben besloten dat ze gaan eten, laat ik even merken dat ik moet poepen. Tja, dan ga ik toch voor. En ik kan nog niet zó lang mijn plasje ophouden, dus de nachten maak ik ook wat korter. Daarbij eis ik alle aandacht op als ik niet slaap. Toch geloof ik dat mijn baasjes heel blij met mij zijn, want ook zij zijn gek op knuffelen en spelen met mij. Dus ik denk dat het wel goed komt, met ons.

Toedeloetjes!






donderdag 3 december 2015

Greet leeft nog

Mocht u zich zorgen hebben gemaakt, niet nodig, ik leef nog.

Overigens lijkt het met die zorgen ook wel mee te vallen. Ik heb geen paniekerige reacties ontvangen over het stilzwijgen mijnerzijds. Dat roept bij mij dan onmiddellijk de gedachte op dat ik dus ook niet gemist word, met mijn schrijvelarij. Maar goed, publiek of geen publiek, hier ben ik weer!

In de tussentijd heeft u trouwens ook bijzonder weinig gemist. Ik zit nog steeds midden in het gevecht met de broertjes Bor en Bar. De opstart van de biologische oorlogsvoering was zwaar, maar heeft inmiddels een voorlopige status quo bereikt. Het slechte nieuws is dat ik nog niet beter ben, maar het goede nieuws is dat het wel een tikkie beter gaat. Al zijn de broertjes en ik het er nog niet over eens wie deze oorlog nu gaat winnen. Vandaar ook die status quo.

Er zijn nog steeds dagen dat mijn lichaam en hersens op alle fronten dienst weigeren. Maar er zijn ook dagen dat alles wel redelijk werkt. Niet altijd even optimaal en ook niet alles tegelijk, maar toch. Op deze dagen denk ik de hele wereld aan te kunnen, dan werp ik maar weer eens een blik in de toekomst en maak plannen. 

Maar om nog heel even over de schouder achterom te kijken. Hier zijn wat foto's die een zeer verkorte versie in beeld geven van de afgelopen maanden.


















vrijdag 20 maart 2015

Greet en het haperende Vosje

Mijn goede trouwe Vos brengt mij overal waar ik wil wezen, of waar ik niet wil wezen, maar noodgedwongen moet zijn. Hij brengt mij, altijd, zonder haperen.

Maar niet vandaag. Nietsvermoedend ga ik een dorp verderop boodschappen doen. Mijn eigen dorp heeft ook supermarkten, maar niet die ene waar ik zo vertrouwd mee ben en waar je die geinige moestuin-pot-dingen krijgt. Ik heb een bloedhekel aan boodschappen doen, dus het moet snel en simpel en vooral snel.

Vandaag ging het lekker. Geen irritante mensen die met karren voor de koelgevallen blijven staan loeren en niet kunnen beslissen wat ze willen, terwijl ik wel weet wat ik wil, maar de deur niet open kan doen vanwege die kar. Geen opstoppingen in de gangpaden van leuterende mensen; leuterend met elkaar of door een telefoon.

Zelfs aan de kassa was het opschieten geblazen. Geen voorgangers, een lege band en een kassajuffrouw die wachtte met mijn boodschappen langs de blieper te schuiven totdat ik alles op de band had, zodat ik ook direct mijn tassen kon inladen.

En als klap op de vuurpijl was de lift ook nog eens direct aanwezig. Het ging allemaal soepel, veel te soepel....

Op weg naar huis kom ik langs een brug en ja, daar ging het gruwelijk mis. De brug ging open. Mij nog niet bewust van het naderende onheil, zette ik mijn motor uit en de radio vooral heel hard. Het duurde maar en duurde maar. Eindelijk na een boot of wat, ging de brug weer dicht en ik startte mijn Vosje. Het Vosje zuchtte wat, maar raakte niet aan de praat. Nog eens proberen. Weer die zucht en verder niets. Intussen werd het alsmaar donkerder van de zonsverduistering die niemand kon zien omdat het zo bewolkt was.

Ik stapte uit, en keek vertwijfeld naar de enorme rij auto's achter mij. Ik zei in een soort universele gebarentaal dat mijn Vos dienst weigerde. De eerste de beste meneer in de auto achter mij moet de wanhoop in mijn ogen gezien hebben, want hij stapte ook uit. Hij duwde mijn Vos naar de kant en vroeg onzeker of ik wel zeker wist dat het de accu was, want hij had ook niet zo veel verstand van auto's. Maar hij had wel startkabels. Deze haalde hij ergens uit de diepe krochten van zijn achterbak te voorschijn, terwijl de overige inhoud van zijn auto op straat werd gezet.

Mijn motorkap omhoog en zijn motorkap omhoog. Zijn startkabel hing van ellende aan elkaar. We hebben hem zelfs nog in elkaar moeten fabrieken. Kansloos dacht ik en dat moet hij ook gedacht hebben, want hij vertelde mij dat dit nooit ging werken. Hij zou me wel thuis brengen. 'Laten we één poging doen', stelde ik voor. Ik wees de plus en de min aan en waar rood en zwart moest komen (hij dacht dat dat niets uitmaakte, maar voor die ene poging moest alles volgens het boekje, of de instructie op de zak van de startkabels).

Hij startte zijn motor. En toen ik de Vos. Weer die zucht en ik zuchtte ook, heel diep. Nog één keer die sleutel omdraaien. En ja hoor! De Vos had zijn mojo weer gevonden, de motor draaide. Hoera voor mijn Vosje, maar vooral hoera voor de aardige meneer die mij hielp en hoera voor alle aardige mensen die het leven een stukje makkelijker maken.

maandag 2 maart 2015

vrijdag 13 februari 2015

Greet heeft een klacht

Geachte redactie van de Volkskrant,

De Volkskrant heeft geen landelijke dekking (meer)!
Is dit een slinkse methode om ons allemaal aan de digitale krant te krijgen? Maar ik wil helemaal geen digitale krant. Ik wil een krant vasthouden, hem tot kreukens toe lezen, een recept eruit kunnen scheuren, de puzzel maken met een pen. Ik wil een krant die 'plof' zegt als hij op de mat valt, áls hij op de mat valt.

Want dat is nu het probleem. Mijn krant zegt geen 'plof', puur en alleen om het feit dat hij simpelweg niet bezorgd wordt. En dat zou wel moeten, want ik heb een proefabonnement van maar liefst twee hele weken. Deze is ingegaan op 5 februari 2015 en ik heb nu in totaal 3 Volkskranten gekregen. En 2 Limburgse dagbladen waar ik in het geheel niet in geïnteresseerd ben. Vandaag zitten we op 13 februari. Een simpel rekensommetje zegt mij dat ik dan ik 3 dagen geen krant heb ontvangen.
Elke dag dat ik niet de Volkskrant ontvang, geef ik dit via internet door. Ik krijg dan keurig een automatisch gegenereerd mailtje met nederige excuses, dat mijn abonnement met een dag wordt verlengd, dat ze het doorgeven aan de distributieafdeling. Als klap op de vuurpijl van welwillendheid word ik doorverwezen naar de digitale krant. Die ik niet wil.

De digitale krant is een prachtige uitvinding. Maar het leest gewoon (nog) niet zo prettig. In de app kan ik de krant lezen zoals hij daadwerkelijk in papieren versie wordt gedrukt. Maar van die app raakt mijn iPad helemaal overstuur. Bovendien wil ik graag een papieren krant, als dat niet te veel gevraagd is.
Op woensdag besloot ik er een telefoontje aan te wagen. Das nog een hele quest, want je kan je bezorgklacht op een speciaal nummer doorgeven, maar ik krijg dan geen menselijk wezen te spreken. Schiet niet op. Dus het andere nummer gebeld, maar mijn probleem komt niet in het keuzemenu voor. Het doorgeven van een klacht an sich wordt in de opties niet genoemd. Dan maar opzeggen. Hoera, een manspersoon aan de lijn, die verschrikt reageert op mijn klacht en mij vervolgens doorverbindt, nadat hij tegen mij gezegd had dat als ik nog eens een abonnement wilde ik moest bellen en naar hem moest vragen. Heel aardig hoor, maar daar schiet ik natuurlijk niets mee op. Bovendien ben ik zijn naam vergeten.

Het doorverbinden heeft mij bij de lezersservice gebracht. Hier wordt mij verteld dat er een bezorgprobleem is in mij buurt. Gelukkig had ik dit zelf ook al opgemerkt, maar mijn vraag was wat er aan gedaan ging worden. Ik woon in Nederweert, een klein dorp, maar ook weer niet het uiteinde van de wereld. Een krant bezorgen moet toch niet zo'n groot probleem zijn. Krijg ik de volgende dooddoeners: 'het spijt ons, er wordt aan gewerkt en wij kunnen er ook niets aan doen.' Die laatste vind ik wel in de categorie lekker makkelijk. 

Na het bellen heb ik wel twee dagen een echte krant gekregen en ook nog de Volkskrant. Tot vandaag. Weer geen krant. Weer online doorgegeven en ik krijg nu de melding dat mij klacht als ernstig wordt gezien. Ik ben opgeklommen van klacht, via herhaalklacht naar ernstige klacht. Dat is tenminste iets. En ze gaan ook nog een onderzoek starten naar de bezorging op mijn adres. Wat ik mij daar bij moet voorstellen....? Binnen 10 werkdagen krijg ik bericht. Dat noem ik nog eens snel in deze tijd.
Dus ik dacht, ik ga mijn verhaal nu schriftelijk ergens doen daar bij de Volkskrant. Want ik wil van iemand wel eens horen hoe moeilijk het nu eigenlijk is om een papieren krant naar een adres te brengen en door de brievenbus te douwen. En ik ben ook wel nieuwsgierig naar dat onderzoek. Gaan er mensen verhoord worden enzo?

Maar wat schetst mijn verbazing, ik kan de Volkskrant alleen per brief schriftelijk bereiken. Misschien moet ik daar niet al te verbaasd over zijn, ik wil tenslotte ook geen digitale krant, alleen de papieren versie. Toch moest ik hier stiekem wel om lachen; per brief. Mag ik niet per email klagen? Jammer hoor! Vandaar dat mijn epistel in elektronische vorm naar u is gegaan, de redactie. Geen idee wat u er mee gaat doen. Het zou leuk zijn als ik antwoord kreeg op mijn bovengenoemde probleem en vragen.
Ik wens u het allerbeste met het samenstellen van de volgende krant. En ik hoop van harte dat ik die morgen op mijn deurmat hoor ploffen.

Met allervriendelijkste groeten.

woensdag 4 februari 2015

Er is een oplossing voor alles

Ik zat net even lekker in mijn eentje te herxen, want de druppels hebben vrij spel en de broertjes Bor en Bar leggen weer massaal het loodje, maar laten nog even wat troep in mijn lijf achter, waar ik mij dan weer ellendig van voel. Je kan het amper een win-win situatie noemen. Toch moet ik uiteindelijk als overwinnaar uit de strijd komen. 't Is alleen nog ietsie te vroeg om het 'We are the champions' uit volle borst in te zetten.

Maar goed, ik dwaal al weer af. Ik zit dus alleen te herxen, want Mr.T zit zogenaamd voor zakelijke doeleinden in maar liefst twee Aziatische landen. Ja, noem dat maar werken. Ik krijg alleen maar foto's toegestuurd van voedsel dat binnen een paar seconden genuttigd gaat worden door de zender himself.

Ok, ok, ik dwaal nog steeds af. Herxen, in mijn eentje. Vandaag betekende dat in mijn joggingbroek - waar ik echt nog nooit in gejogd heb en dit met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook nooit ga doen - met een extra vest aan het bibbertjes koud hebben onder mijn dekentje, met hier en daar wat pijn.

Plan de campagne: zorgen voor een inwendige kruik. Dus een grote pot thee zetten en deze in hoog tempo naar binnen slokken. Succes gegarandeerd.

Water koken. Check.
Water in de theepot. Check.
Theezakje erin. Check.
Nog een theekop. Check...uhhhh.
Mijn hand krijgt de signalen uit mijn hersenen blijkbaar anders door, want de theekop belandt op het aanrecht - nog heel - via de afvalbak - nog steeds heel - op de grond. Niet meer heel. Duizend stukjes, door de hele kamer en heul veul gruis.

Veger en blik en ik op mijn knibbels door de hele kamer. Voor de zekerheid nog een stofzuigertje er overheen. Klaar en opgeruimd en netjes. Klotsende oksels en zweet op de rug van de hitte. God works in mysterious ways.

woensdag 7 januari 2015

Greet valt erover

Inmiddels ben ik in de volgende fase beland van de strijd tegen de broertjes Bor en Bar. Ik ben van de chemische oorlogvoering overgestapt op zogezegd de biologische variant. Bor en Bar hebben al flinke klappen gekregen, 14 maanden lang hebben ze kruisraketten op hun bolletje gehad.

Nu ben ik bezig met precisiebombardementen van natuurlijke middelen die hun effectiviteit bewezen hebben. Geen homeopathisch geliflaf. Begrijp me goed, geen kwaad woord over homeopathie, maar ik ben het stadium voorbij van baadt-het-niet-dan-schaadt-het-niet. Ik moet zeker weten dat het iets gaat doen.

En het doet iets, dat kan ik u wel vertellen. De broertjes Bor en Bar hebben door de jaren heen met een miljoenenleger bezit van mijn lichaam genomen en na de eerste fase zijn er nog een berg over die zich in hoekjes en gaatjes verstopt hebben. Die krijgen nu ongenadig op hun lazer. Het nadeel is dat ik nu ook weer op mijn lazer krijg, de Herxheimer-reactie.

Even een opsomming.
De moeheid die er al was is nu overweldigend. Bibberend koud zijn, wat pas over gaat als ik heel charmant als een ware Sidonia met mijn voeten in een bak heet water ga zitten met een deken om mij heen. Pijnscheuten in mijn ledematen waar zelfs paracetamol schrik van krijgt. Hoofdpijn. Moeite met uit mijn woorden komen. Onrustig slapen met bizarre dromen en standaard wakker worden tussen 4 en 5 uur. Een overspannen trillende spier meestal boven mijn linkeroog en soms elders in mijn lichaam. Grieperig gevoel. Het volledig ontbreken van een kortetermijngeheugen. Deze zaken wisselen per dag, per uur en variëren enorm in intensiteit.

Dit is een kleine selectie aan symptomen die ik de afgelopen jaren ook al had. De opgenoemde waren inmiddels door de behandeling redelijk te hanteren met goede en slechte periodes, maar zijn nu in alle hevigheid terug. Geen slecht teken, want dit betekent dat de biologische wapens doen wat ze moeten doen: kill and attack.

Het grootste probleem is wel dat ik heul onhandig ben geworden. Misschien ben ik daar ook wel mee geboren. Als kind ben ik namelijk meerdere malen onder een rijdende fiets gelopen. Volledig mijn eigen schuld. Totaal in mijn eigen wereld vergat ik compleet uit te kijken en lette nergens op. Dat ik niet door een auto ben overreden mag een wonder heten.

Maar goed, ik dacht dat ik het wel onder controle had inmiddels. Niets is minder waar. Als je dus even niet oplet, komen dit soort eigenschappen keihard naar de oppervlakte. Het servies sneuvelt. Bammetjes met dik hagelslag glijden van bord met chaos en grote rommel als resultaat. Met eten koken vergeet ik essentiële onderdelen. Tandenpoetsen kan ik beter in mijn nakie doen, want niet knoeien is uitgesloten. Bij het leegknijpen van een pak yoghurt zit de yoghurt overal, behalve in mijn bakje.

Gister had ik wat onhandigheid betreft een topdag. Nadat ik de kerstboom zonder kleerscheuren en scherven had afgetuigd en ontmanteld, moesten alle spullen weer naar zolder, achter 'het schot'. Kleine opening, lang lijf, eigenlijk een kop te groot, kop-stoot. Tanden stonden te trillen in mijn kaak.
Eind van de middag kwam het hoogtepunt. Ik struikelde over de bank. Yep, de bank. Of beter gezegd de hoek van de bank. Iets met een lamp aandoen en terugdraaien en niet goed uitkomen en uitglijden en plat op de grond, op mijn zij. Maar het glas water dat ik in mijn hand had, heeft het overleefd. Dat dan weer wel.

En nu voelt het alsof de bank bovenop mij is gevallen, expres. Mijn rechterkant is pijnlijk in protest. Ik overleef het wel weer, uiteraard. Maar ik ben wel een beetje teleurgesteld in de bank. Ik dacht dat we vrienden waren, hij en ik. Vandaag voer ik actie, zittend in stilte, op de bank.