donderdag 22 december 2011

Greet waagt het er op

Ik heb momenteel niet een bloeiende relatie met de doktersassistente die mij twee keer in de week een injectiespuit in mijn bil ramt, om mij de benodigde B12 vitaminen in mijn lichaam te krijgen. Ik kan u vertellen dat die injecties allesbehalve een lolletje zijn. Maar er is een kans dat ik mij er beter door ga voelen en kansen moet je altijd pakken.

Vroeger met monopoly koos ik ook altijd al voor de kans-kaart! Kansen bieden mogelijkheden. Al kan de weegschaal natuurlijk ook de andere kant op slaan. Een kans is namelijk een waarschijnlijkheid en geen zekerheid. Zelfs niet een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Dat maakt een kans eigenlijk niet meer dan een gok, maar gokjes moet je nemen in het leven, toch?

Al ben ik op het gebied van gokjes over het algemeen toch buitengewoon voorzichtig. Zeker als het om bezit gaat. Zo ben ik wel eens in het casino geweest, met een vooraf afgesproken bedrag. Alleen al het feit dat je geld inlevert voor plastic schijfjes, is natuurlijk al te zot voor woorden. En daar ga je dan mee 'spelen'. Het liefst zet ik bij elk spel met maximaal 10 cent in om mijn verlies zoveel mogelijk te beperken. Maar dat levert dan ook geen drolletje winst op, mocht je een keer goed gegokt hebben. Mijn speelgoed zat in mijn rechterbroekzak, totdat ik winst ging maken en dat ging naar mijn linkerbroekzak. Toen werd het interessant. Dus gokken is leuk op het moment dat het je wat oplevert.

In wedden ben ik dan ook een kei. Want ik wed alleen maar als ik 100 % overtuigd ben van mijn gelijk. Ook daarin kan een mens, en ik dus ook, overmoedig worden. Zo heb ik laatst toch een lunch verspeeld.

Maar ik dwaal af. Das ook een onderdeel van mijn algehele welzijn, waarbij de wel nog steeds niet is wat het moet zijn. Inmiddels is er een diagnose: CVS/ME. Dat klinkt heel wat en dat is het ook. Al is het zeker geen reden om in zak en as te zitten en niets te doen. Daarom onderga ik lijdzaam de injecties en hoop op kansen. En in januari buigt een heel batterij aan behandelaars, die bijna allemaal een beroep hebben wat eindigt op -peut, zich over mij en mijn welzijn. Met als doel om mijn wel weer een beetje op zijn plek te krijgen.

vrijdag 2 december 2011

Fryslân boppe!

Loop ik door de supermarkt, hartje Maastricht, hoor ik De Kast met 'In Nije Dei'. Ik voel me helemaal warm worden van binnen en onderdruk de sterke neiging heel hard te gaan meezingen. Maar dat heb ik net weten te voorkomen, want ik wil niet geëtiketteerd worden als de loenatik van de buurt.

Tja, je kunt het meisje wel uit Friesland halen, maar je haalt Friesland natuurlijk nooit uit het meisje.

donderdag 1 december 2011

Sint

Daag meneer de Sinterklaas,

Ik denk, ik schrijf u maar even een briefje, want ik heb het angstige vermoeden dat uw prioriteit wat meer bij de kinderen ligt. Dat vind ik niet erg hoor, want tenslotte bent u dé kindervriend van Nederland (en België). Op een of andere manier heb ik gewoon even wat vraagjes voor u.

Hoe zit dat nu precies met dat grote boek van u? Ik bedoel, wat staat daar eigenlijk in en wat doet u er mee? U schijnt alles te weten, hoe lief en aardig iedereen geweest is enzo. Maar ik hoorde u laatst op de radio verkondigen dat u nooit iemand meeneemt naar Spanje, terwijl daar hier en daar toch een ietsiepietsie mee gedreigd wordt. Dat is toch niet helemaal handig naar die kinders toe? Consequentie is belangrijk voor dat kleine grut en dit is pedagogisch dan niet al te best.

Ennuh, die jurk...Is het misschien niet eens tijd om uw outfit een tikkie te moderniseren? Lijkt me ook prettiger als u op uw paard over de daken de pakjes door de schoorsteen moet douwen. Of laat u dat uw Pieten opknappen en staat u de boel vanaf de straat te dirigeren? Ik snap ook dat uw outfit een beetje bij uw leeftijd moet passen en u wordt natuurlijk dit jaar al weer 1741 jaar. Maar een beetje bekende gast heeft tegenwoordig een persoonlijke stylist, dus wellicht hebt u een modebewuste Piet ergens in uw assortiment.

Ik wilde het ook nog even met u hebben over de pepernoten en de chocolade en de marsepein. Ik snap dat deze merchandise een groot deel van uw marketingstrategie behelst. Maar dat heeft u toch niet nodig? Die rommel wordt toch wel in grote hoeveelheden verkocht, ook als het pas een week of twee voor uw verjaardag in de winkels ligt. En dan maken we een uitzondering voor die marsepeinen staven waar chocola omheen zit. Die lust ik wel het hele jaar door.

En dan een laatste puntje. Kunnen we niet gewoon afspreken dat er geen pyjama's, geen sjaals en handschoenen, geen gezelschapsspellen en geen sloffen meer worden gegeven aan kinderen op uw verjaardag? Tenzij dit natuurlijk op hun eigen verlanglijst staat, maar dan zou ik me toch ernstig afvragen  wat de invloed is geweest van de ouders op de samenstelling van de lijst.

Dat was het wel. Ik hoop dat u er iets mee kunt. U mag ook gewoon alles in de wind slaan hoor, want die horen we waaien door de bomen en onze makkers staken hun wild geraas.

Daahaag Sint.

PS: ik hoef niets dit jaar...misschien alleen een chocoladeletter

woensdag 23 november 2011

Mist ? !

Mist. Waar? Hier?
Ik zie helemaal niets. Nou ja, ik zie dus een heleboel, want er is geen mist, hier. Al dagen niet en ook niet gehad. Als ik mij uit mijn territorium richting het noorden of noord-westen begeef, dan, ja dan kom ik in de mist. Maar niet hier. Al dagen zie ik de zon aan een prachtige blauwe hemel. Vandaag even niet - maar we hebben geen mist! Buienradar - die inmiddels ook in de mist zit - beweert dat we wel degelijk mist hebben. Bij nadere bestudering van wat zich aan de andere kant van mijn raam afspeelt, zou je misschien kunnen concluderen dat er een ietsiepietsie mist hangt. Maar mijn ramen zijn ook gruwelijk aan een wasbeurt toe.
Mist in mijn hoofd, dat is er wel. Daar kan geen mistlamp enige verlichting brengen. 

dinsdag 8 november 2011

Dubstepperderpep

zondag 6 november 2011

Op het leven!

Heel klein, kwetsbaar, maar al zo vol leven.
Een wonder in tweevoud, Uk en Puk.
Mijn hart staat weer wijd open.
Er is nog zat ruimte voor deze twee.

Trots op de ouders die Uk en Puk met liefde omarmen.
Alsof ze er altijd al zijn geweest.

Grote broer die alles in de gaten hield.
Zíjn broertje en zusje.
Hij kan niet wachten om met ze te spelen.

En ik mocht ze bewonderen, aanraken, vasthouden.
Ze lieve woordjes toefluisteren en kusjes geven.

Mijn hoofd zit vol vlinders.

woensdag 2 november 2011

Hoe gaat het met Greet?

'Hoe gaat het met je?'

Het is een vraag die mij de laatste tijd vaak wordt gesteld. Het is een vraag naar welbevinden en mijn wel bevindt zich al een hele tijd niet op de plek waar het moet zijn. Toch vind ik het een moeilijke vraag, want het is alleen mijn lijf die die niet wel is, maar mijn geest wil wel.

Vermoeidheid is een raar iets. Het beïnvloedt je complete zijn. Buiten het feit dat mijn bips al lang geen zadel meer heeft gevoeld en de sportschool zijn maandelijkse bijdrage int, zonder dat ik mijn gezicht laat zien en een wandelingetje op slakkengang gaat voor maximaal een uur, doet het nog veel meer met je. Mijn spieren trillen zonder dat ze een donder uitvoeren. Na een beetje inspanning kunnen ze pijn doen alsof ik de marathon heb gelopen.

Bij het opstaan scheur ik me los uit de warme, zachte armen van mijn bed. De rest van de dag zit er een mist in mijn hoofd, die toeneemt naarmate de dag vordert. Deze mist geeft een zicht op mijn gedachten van minder dan 5 millimeter, maar met grote gevolgen. Een focus op één gedachte of ding blijkt bijna onmogelijk. Ik heb een concentratieboog van een gepelde garnaal. Een boek lezen vergt twee keer zo veel tijd, want soms heb ik geen idee wat ik lees, laat staan dat ik het begrijp. Mijn geheugen is een groot gapend gat. Een gesprek voeren voelt als een gevecht, want mijn gedachten komen niet uit mijn mond zoals ik bedacht had en bepaalde woorden lijken wel onvindbaar.

Dokters buigen zich over mijn gesteldheid. Is het niet hier, dan wel daar. Mijn hoop ligt nu bij specialisten die kaas hebben gegeten van vermoeidheid. Vooral omdat ze een idee hebben hoe ze het kunnen aanpakken. 

Ondertussen heb ik vooral veel plezier in het leven, want daar ontbreekt het niet aan, ondanks de frustraties van veel niet kunnen en de dikke tranen die daar wel eens mee gepaard gaan. 

Ik heb dus geen idee wat ik op die vraag moet antwoorden.

dinsdag 25 oktober 2011

De bakker die geen winkelmeisje was

De bammetjes waren weer eens nagenoeg op. Dus ik deed een greep in de kast naar een boodschappentas en wandelde naar de bakker. Zo noem je dat in volksmonderig Nederlands: 'naar de bakker gaan'. Is natuurlijk iets van uit het stenen tijdperk, toen de bakker zelf nog na het bakken van de broden, in de zaak ging staan om zijn waar aan de man en de vrouw te brengen.

Nu is dat niet meer, geloof ik. Ik tref namelijk altijd een winkelmeisje en ook iedere keer weer een ander. Deze keer bleek het winkelmeisje een man te zijn; een winkeljongetje. Hij stond met zijn rug naar mij toe te bellen en hij klonk lichtelijk in paniek. Ik kuchte eens voorzichtig en hij draaide zich daarop om. De paniek in zijn stem was in zijn geheel niet af te lezen van zijn gezicht, die stond allervrolijkst.

Hij vertelde de persoon aan de andere kant van de lijn dat hij een klant in de zaak had en dat hij wel zou bellen als hij weer wat moest weten. Ik zei hem wat ik wilde hebben en hij pakte de broden bij elkaar. Hij legde een brood op de broodsnijmachine en keek er vervolgens naar met een intense blik, alsof de machine daarmee vanzelf aan het werk zou gaan. Uiteindelijk vond hij de aanknop. 

Ik vroeg of hij misschien nieuw was. Nou, dat was hij niet. Hij was namelijk de bakker himself. Hij had al het brood staan bakken in een andere wijk - Wyck genaamd - en door ziekte en herfstvakantie en nog wat ongein was hij nu ook nog eens gebombardeerd als winkelmeisje, uh, jongetje. Hij zag er de lol wel van in, maar hij had echt geen idee. Bij het betalen bleek hij ook nog eens geen wisselgeld te hebben. Na wat heen en weer gereken, heb ik uiteindelijk zijn laatste euro gekregen.

Dag bakker!

dinsdag 11 oktober 2011

Im memoriam Redje 1998 - 2011

Daag, lieve dikke gekke luie rooie knuffel!


vrijdag 7 oktober 2011

Wordfeud



maandag 3 oktober 2011

Ook Ali B. kan inspireren

Quote: 'Je bent een nietsnut. Maar wat is iets zonder niets. Misschien heeft niets nut.'

maandag 26 september 2011

Van de jacht naar de lust en de last.

Deze is voor de mederestaurantgebruikers van zaterdagavond in Jachtlust: sorry!
Ik kan niet anders zeggen dan 'sorry'. We waren een tikkie te luidruchtig en dat spijt ons zeer. Ik spreek even namens de rest van de familie, die u - nou ja, u was niet in grote getale, wij hebben u in aantal duidelijk overtroffen en wellicht dacht u dat wij met 119 personen waren in plaats van 19, maar toch - op wellicht ietwat onaangename wijze hebt leren kennen.

We hadden een feestje, maar dat was u ongetwijfeld opgevallen. Onze moeder Maria had die week een memorabele leeftijd bereikt en dat wordt door ons altijd op gepaste wijze gevierd. En aangezien we elkaar niet wekelijks zien, door enige kilometers afstand tussen ons, hebben wij wel het een en ander te bepraten. Dat kan uiteraard op een volume dat anderen daar niet persé van hoeven mee te genieten en ik ben het met u eens, dat had ook gemoeten. Maar helaas, wij hadden onszelf weer eens niet in de hand.

Normaliter zouden we de schuld op de kinderen kunnen schuiven. Onaangepast en niet al te best opgevoed, maar dat is niet mogelijk. De kinderen hebben zich buitengewoon behoorlijk gedragen. Geen onvertogen woord. Daar kwam de overlast dus niet vandaan. Van kinderen kunnen we eigenlijk ook niet meer met goed fatsoen spreken, op twee na, maar die hebben ook de leeftijd van gezond verstand inmiddels bereikt. De rest gaat hardhollend richting de volwassenheid en een deel neemt inmiddels prachtige - letterlijk en figuurlijk - vriendinnen mee.

Ik zeg u nogmaals, sorry, het waren wij, de tweede generatie. Wij hebben u tot wanhoop gedreven, maar gelukkig nog niet voortijdig het restaurant úit gedreven. We praatten te hard, we lachten te hard, we gaven commentaar te hard en probeerden over zes meter tafel met elkaar te communiceren. Sorry.

We hopen dat u ondanks ons toch heerlijk gegeten heeft in dit restaurant. Wij namelijk wel, in zes bedrijven. Er kwam geen einde aan. Dat dacht u waarschijnlijk ook. Sorry dat we u tijdens de lust tot last waren.

Dan zeg ik ook nog even 'sorry' tegen de mevrouw die elke keer wilde uitleggen wat er op ons bord lag. Sorry mevrouw, dat het zo lang duurde voor we stil waren en het leek alsof we u niet serieus namen. Want we namen u en het eten zeer serieus. We namen alleen elkaar niet zo serieus, of wel, soms, af en toe in een goed gesprek.

Kortom: sorry voor ons, maar wij hebben een heerlijke dag gehad.

vrijdag 16 september 2011

Me: like!

vrijdag 9 september 2011

Lief konijntje

Mus heb ik de laatste eer bewezen en aan Vink en Muis heb ik ook wat woorden gewijd. Ik vind het allemaal nog daar-aan-toe. Zelfs een opgejaagde muis die het walhalla vond in mijn voorraadla kan ik nog handelen. Maar een lief klein konijntje...

Laat ik u dit vertellen, het is 1-0 voor het konijn.
Guus is met zachte hand naar binnen gebonjourd. Het konijn heeft even de tijd genomen op adem te komen, heeft zich opgekalefaterd en is toen rustig de tuin uitgehupt.

Guus heeft nog een kwartier hieperdepiep door het huis gelopen, nadat ik de ergste modder van hem had afgesopt. Hij had natuurlijk met zijn kont in het konijnenhol gezeten. Daarna heeft hij zich op zijn etensbak gestort en is maar eens lekker een potje gaan slapen.


vrijdag 2 september 2011

Greet maakt wat nog eens wat mee op de vroege ochtend

...en ik wilde alleen maar even brood halen.

Maar bij de bakker kun je niet pinnen.
De pinautomaat naast de bakker is om veiligheidsredenen buiten gebruik.
De andere automaat is bij de supermarkt met die leuke supermarktmanager.
Turken kunnen heel hard schreeuwen als ze ruzie hebben.
Er ligt een kapotte buitenspiegel op straat.
De auto die hem mist staat er treurig bij.
Gelukkig is het niet de mijne.
Druk bij de supermarkt.
Mensen werken als bijen.
Karretje, boodschappen, inladen, en weer weg.
Gescheiden afval gescheiden in de bakken werpen.
Er staat een zwerver met al zijn bezittingen in een winkelkar.
Terug bij de bakker.
De vrouw van de bakker moet eerst haar administratie afmaken.
De winkel loopt vol.
Het is niet handig langs een weg waar ze aan het werk zijn te lopen.
Je loopt zo maar door een zandwolk.
Ik versta nog steeds geen Maastrichts.

maandag 22 augustus 2011

Al proevend leert men

Note to myself: het is geen goed idee om beetje vocht ontdekt op een plaats waarvan je denkt: hoe komt dat hier nou, de herkomst te willen achterhalen door met het puntje van je tong er even van te proeven; het kan zomaar ineens een muizenplasje zijn en muizenplas is nou niet wat je zegt: mjammie.

donderdag 18 augustus 2011

Stilte...!!

'Heeejj, leuk dat je belt. Nee, je belt helemáál niet ongelegen. Bla bla bla, vakantie, bla bla bla, gewéldig, bla bla. En wíj hadden mooi weer.'

In een bibliotheek hoort toch een serene stilte te hangen, waar iedereen fluistert en er een bibliothecaresse met een knotje en een brilletje heel hard 'ssssssst' ssssst als je te veel lawaai maakt? Nou, vandaag even niet hoor! En die bibliothecaressen van deze tijd zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Niks niet knotjes en brilletjes en al helemaal geen strenge terechtwijzingen. Ze kreeg alle ruimte voor haar luidruchtige telefoongesprek.

'Nou daaaag! We spreken elkaar hè.'
'Ze wilde weten of je je keuzevak al gekozen hebt. Whahaha, kiezen van.....na ja. Heb je eigenlijk al gekozen?' Ze had zich inmiddels na het telefoongesprek gericht tot haar zoon, die stoïcijns zijn tas pakte en haar zwijgend de rug toekeerde.

Ik probeerde mij te concentreren op het herinneren van de titels van boeken die ik, voordat ik naar de bieb ging, had opgeschreven op een papiertje, maar dat nog keurig thuis op de kast lag. Herinneren is momenteel al niet een van mijn sterkste punten, maar met dat getetter in mijn buurt is het onmogelijk.

'Nou ja zeg, jij ook hier?' Je zag dat de man zich het liefst verstopt had tussen de boekenkasten, maar hij liep met een stok, arme man. 'Wat kom jíj nou doen?' Buitengewoon intelligente vraag voor iemand die duidelijk andere plannen in een bibliotheek heeft dan de rest van de bezoekers.

'Oh, kijk, je vrouw is er ook.' Ik had gehoopt dat die man zou zeggen: 'das toevallig', maar dat deed hij niet. Hij zweeg. 'Hallo, ik stond net met je man te praten. Oh, whahaha, jij hebt zelfs een lijstje, dat is grappig.' Ik stond even letterlijk stil bij die laatste opmerking, maar ik kreeg de vraag voor mijzelf niet beantwoord of het hebben van een lijstje nu grappig is of niet.

'Nou, ik ben hier klaar, dus ik ga. Nou, dag hoor!' Dit laatste tegen niemand in bijzonder.
Er ging een stille zucht van verlichting door de bibliotheek.

donderdag 11 augustus 2011

De glazenzetter

'Goedemiddag mevrouw, we komen even uw raam vervangen.'

Het is een enorm raam met een minuscule gaatje. Ordinaire ruitschade. Maar hoe komt nou zoiets daar? Het is een waar mysterie, of moet ik zeggen hysterie, want blijkbaar heeft de hele buurt het er over. Sta je even met wat buren en een hoopje kinderen een praatje te maken over katten, konijnen en ander viervoetigen, blijkt dat gat dus bij iedereen bekend te zijn. Daar gaat je anonimiteit.

De een heeft het over een een kogelgat. Een klein kaliber, dat dan weer wel. Echter, Mr.T. beweert dat er helemaal geen gat zit en nadere inspectie bevestigt die conclusie. Er is dus een grote schilfer ter grote van een twee euromuntstuk uit. Kan het nog steeds een kogel - alleen niet al te effectief - geweest zijn. Gezien de ontwikkelingen in deze prachtwijk, zou dat zo maar eens kunnen. Per ongeluk.

Als er een steen gegooid zou zijn, dan had ik toch een fikse barst verwacht. Dan was de hele buurt ook opgeschrikt, zoals met de ruit van het sigarenboertje op de hoek van de straat. Maar dit is in alle stilte ontstaan, of in alle rust. Het was er ineens.

Een opspattend steentje dan, zo een die je ook wel eens tegen de voorruit van je auto hebt en die dan ook een put slaat en waarbij je dan onmiddellijk en direct dat autoschadebedrijf moet bellen, en je airco niet meer mag aandoen met warm weer, of je verwarming niet meer met koud weer, of niet meer over drempels rijden, want anders wordt het een barst! Zo een dus.

We belden met de woningbouwvereniging, want we betalen maandelijks voor een heuse glasverzekering. Ik voorspelde dat we alles zelf zouden moeten regelen. Ik mag nooit meer voorspellen. Het glasbedrijf melde dat ze even moeten komen meten en dat kan makkelijk van de buitenkant, dus een afspraak is niet nodig. Maar goed dat Mr.T. altijd vroeg uit de veren is, want meten moest dus absoluut van de binnenkant en je kan altijd even kijken of er iemand wakker is om 8 uur in de ochtend, op zaterdag.

Het raam is besteld en nu kwamen ze hem even vervangen. Op afspraak, dat dan weer wel.

Ze kwamen met vier man sterk, ieder in hun eigen bus. Nou ja, ze zagen er sterk uit, maar een raampje tillen bleek nogal inspannend. 120 hele kilo's weegt zo'n raam. Ik vond dat nogal tegenvallen, das 30 kilo de man. Daar dachten zij heel anders over. Puffen en steunen en rusten en puffen en nog eens rusten. Er werd een hoop gepraat. In plat Limburgs, dus ik verstond er de ballen van. Er werd ook een hoop gelachen, dus blijkbaar hebben ze veel plezier in hun werk. De grap van: 'Zullen we het raam maar laten vallen', die ze ongetwijfeld bij elke klant maken, deden ze dan wel weer in het Nederlands.

Er woei een straf windje, zo door mijn huiskamer. Het is maar goed dat het niet regende vandaag. Wel woei er van alles naar binnen, dat zich mengde met de troep die zij maakten: kit en gruis en spijkers en zo. Ik zuchtte maar eens zachtjes. Ik wist wat ik straks moest doen.

'Even twee dagen niet poetsen, dat lijkt me geen probleem voor u, toch?'
Ik weet niet of ik dat laatste als compliment of als kritiek moet zien.

'Tot ziens!'
En weg waren ze al weer, met hun vier bussen.

'Daag...jongens.'

dinsdag 2 augustus 2011

Van apentieten en energiebesparing

Er waren eens vier zussen: zus 1, zus 2, zus 3 en zus 4. De zussen 1, 2 en 4 gingen samen met hun gevolg op vakantie, naar een ver land, twee dagreizen van hier. Zus 3 bleef met haar geliefde achter om de familiezaken waar te nemen. De koning en de koningin - de vader en moeder van de zussen - bewaakten het fort van zus 4 en verzorgden de daar aanwezige veestapel. Zus 4 woonde namelijk in de meest criminele stad van het land en het fort moest verdedigd worden tegen inbrekers en ander gespuis. De koning en koningin hebben zich op juiste wijze van hun taak gekweten, al heeft een onguur sajut zich op een onbewaakt ogenblik, buiten het fort, meester gemaakt van de geldbuidel van de koningin.

In het verre land vonden de zussen en hun gevolg elkaar. De echtgenoten van de zussen gingen dagelijks op jacht, terwijl de zussen hun velletjes in de zon lieten bruinen. De kinderen van zus 1 en 2 gingen 's avonds nog op vrouwenjacht, of iets dergelijks. In ieder geval probeerden ze steeds een open deur te vinden, waarmee ze contact konden krijgen met hun vriendenschaar in het thuisland.

Af en toe werd er op een verzamelplaats gegeten. De vrouwen trokken dan hun mooiste kleedjes aan, smeerden verf op hun gezicht, terwijl de mannen de spierballen nog eens lieten rollen. Maar meestal werd aan het einde van de dag het vuur aangemaakt om het door de mannen meegebrachte voedsel van de jacht te bereiden. Voor de tent werd het bereide voedsel genuttigd. Mensen uit verschillende landen hadden op dezelfde overnachtingsplaats hun kamp opgeslagen. Derhalve werden er beleefdheden in verschillende talen uitgewisseld, waaronder het 'guten appetit'. Echter, zus 2 beheerst de andere talen niet in dermate, dat ze de juiste vertaling hiervan kon geven en beschuldigde zus 4 ervan dat ze werd aangesproken op haar goede apentieten. Het moest niet gekker worden.

Er werd ook veelvuldig ijs genuttigd. De inlandse bevolking heeft er lol in om met ijs te gooien en de meest vreemdsoortige bouwwerken te maken van hoorntjes en ijs. Nadat je dan een keer of 34 hebt misgegrepen naar het je toegereikte ijsje, heb je dan eindelijk iets in je handen, waarvan je eigenlijk niet meer durft te eten, omdat er zo'n obscene vorm van is gecreëerd.

Zus 4 is duidelijk de weerkundige van het stel. Al werd haar dit niet in dank afgenomen. Zittend aan de zee, met het ijs in de hand - dit keer in normale vorm - werd er gewacht op de echtgenoten, die de koetsen aan het halen waren om de vermoeide zussen op hun glazen muiltjes te halen. Plotseling stak zus 4 haar neus in de lucht en zei: 'Ik ruik regen.' Dit tot hilariteit van de andere zussen. Echter, nog geen 2 minuten later blies een windvlaag bijna de hele kade leeg en eenmaal terug op de overnachtingsplaats barste het los in onweer en...jawel: regen. Zus 4 kreeg de schuld van het noodweer.

Op de wasplaats was het vaak een drukte van belang. Rijen voor de kamertjes waar men een zogenaamde douche kon nemen. Des avonds spoedde iedereen zich hierheen om nog het noodzakelijk nachttoilet te maken. Zus 2 maakte er gewoonte van de ontstoken lichten reeds te doven, ongeacht of er nog andere bezoekers op de wasplaats waren of nog moesten komen. Energiebesparing was hoogst noodzakelijk in deze barre tijden, aldus haar bescheiden mening.

Na een week of twee was de pret voorbij. Zus 4 en haar ega keerden weer huiswaarts, de overige familieleden in groot verdriet achterlatend. Want wie zorgde nu voor het vertier? Wie moest in den ochtend nu het brood halen? Met wie moesten de mannen nu op jacht? Zus 2 en haar gevolg is wel direct nadat zus 4 en ega hun hielen gelicht hadden, verhuisd naar een luxere accommodatie. Dat dan weer wel!

Maar uiteindelijk bleek dat ze ook zonder zus 4 en echtgenoot vertier konden hebben, dat de zon nog net zo hard scheen, dat ook de overige mannen de jacht tot een goed einde konden brengen, dat de kinderen nog steeds op vrouwenjacht gingen en de open deuren zochten, en dat het eten nog steeds op tijd werd geserveerd. Zus 4 en echtgenoot waren weer blij in het thuisland te zijn aangekomen op hun eigen fort, wat in keurige staat, op één gaatje na, werd aangetroffen. Zelfs de levende have bleek nog net zo levend als ervoor. Dus iedereen leefde nog lang en gelukkig, gelukkig.

maandag 1 augustus 2011

More then words





woensdag 13 juli 2011

Greet in een grens-wissel-kantoor

Ik vind ze altijd een beetje louche, ik weet ook niet waarom.
Je kan er echt álles op geldgebied regelen. Geld incasseren, maar ook je achterstallige rekeningen contant betalen. De mevrouw die aan de beurt is, heeft die blijkbaar, want ze propt opzichtig een 3 centimeter dik pak geld door de dunne gleuf onder het gewapend glas door. Ik zie dat er een brief van de plaatselijke woningbouwvereniging door de gleuf terug naar haar komt. Er komen allerlei vragen bij mij op, in de trant van: wie, wat, waar en hoe en vooral waarom. Maar ik stel ze maar niet.

De volgende die aan de beurt is staat zijn kentekenplaten door diezelfde gleuf te duwen.
Waar die vrouw ervoor alles kon regelen zonder een woord over haar lippen te laten komen, heeft deze jongen duidelijk wel gesprekstof. Het moet allemaal ook op luide toon, want dat gewapende glas zit er tussen. De mevrouw aan de andere kant zie je praten, maar het geluid is op mute gezet. Dat gewapende glas...

Dan ben ik aan de beurt. Ik voel me bijna een beetje beschaamd dat ik alleen maar Kroatisch geld nodig heb. Er zit een soort fee aan de andere kant van het glas, eentje die zo een rol zou kunnen krijgen in Lord of the Rings. Ze heeft een bleke huid. Lang stijl blond haar. En ze is volledig in het wit gekleed. Ze kijkt ook een beetje engelachtig. Ik zet mijn beste liplees-beentje voor.
'Ik wil graag voor 100 euro Kroatisch geld.'
'....'
En ze huppelt naar achteren, blijft even weg en huppelt weer terug.
'....'
Ze keert het computerscherm naar mijn toe en laat me de bedragen zien.
Ik knik dat het goed is.
'....'
Ze huppelt weer naar achteren, blijft weer even weg en huppelt weer terug.
'....'
Er worden briefjes Kroatisch geld aan mij getoond en ik zie haar praten, met de nadruk op 'zie'. Ik versta er dus de ballen van.
Ze wijst weer op het computerscherm en dan weer op de briefjes.
'Maakt u van die briefjes van 200 maar 100 dan.'
Ze schudt 'nee' met haar hoofd en haar blonde haren wapperen in een waaier om haar heen.
Ze wijst op een briefje van 50 en weer op het computerscherm.
'Doet u dan maar 600 in plaats van 640.'
Ze lacht, blijkbaar heb ik het begrepen, maar ik heb geen idee.
Ze huppelt weer naar achteren, blijft weer even weg en huppelt weer terug.
Het geld wordt voor mijn uitgeteld en ik kijk naar haar mond en zie haar mond tellen.
'....'
Ze houdt een envelop omhoog.
'Ja, graag.'
De envelop met het geld wordt door de smalle gleuf geschoven.
Ze lacht allervriendelijkst naar me, stralend aan alle kanten.
Ik roep op mijn allerhardst: 'DANK U WEL!'
Haar mond zegt: 'Alstublieft en fijne vakantie.'
Ik hoor niets, maar snap het wel, geloof ik.

vrijdag 8 juli 2011

Greet gaat lachend het weekend in

Deze is voor de mus die gister ontsnapte uit de bek van Guus

maandag 4 juli 2011

Greet was met stomheid geslagen

Parkeersensoren op een Fiat 500.
U gelooft het niet?
Toch was het zo. Ik zag het echt.
Een knalgeel Fiatje, met een dame al bellend achter het stuur. Handheld, dat zou eigenlijk al genoeg moeten zeggen.

Parkeersensoren op een Fiat 500.
Dat is net zoiets als parkeerhulp op je fiets.
Of zijwieltjes op een Harley Davidson.
Een bestuurder in een Porsche die niet harder dan 100 km per uur durft.
Of een vogel met een automatische piloot.
Of een leeslampje in het beeldscherm van je laptop.

Persoonlijk begrijp ik sowieso niet helemaal het nut van die sensoren.
Wanneer moet je nu werkelijk stoppen??
Mijn geliefde vader zegt dat je nog wel een stukje kunt als je die in zijn auto hoort waarschuwen dat je een object dicht nadert. Maar hoe ver is dat stukje? En wat is dicht?

Maar een set van die sensoren op de achterkant van een Fiat 500 is wat mij betreft een contradictio in terminis. Hoe moeilijk kan het zijn om een Fiat 500 in te parkeren?! Die past toch overal tussen en dan nog heb je meters over voor en achter.
Ik zou me doodschamen.

woensdag 29 juni 2011

Greet maalt er wel degelijk om!

Kauwgom!
Er is op zich niets mis mee. Ik ben zelf een af-en-toe-gebruiker.
Je hebt een snelle frisse mond, als je even niet je tandenborstel bij de hand hebt.
Maar dat is dan ook het enige doel, in mijn optiek.

Er kleeft een gigantisch nadeel aan kauwgom.
De frisheid is er al na drie keer flink kauwen behoorlijk van af en dan rest je niets anders dan het een beetje doelloos in je mond rond te malen. Nog beter is dat je je kauwgom loost.

En daar komen we tot het probleem, want waar láát je het.
Gewoon: onder een stoel, waar een volgende zitter die zijn stoel aanschuift geconfronteerd wordt met het kleeflapje, waar nog enigszins een muntige geur omheen hangt. Dan hoop je maar dat de vorige gebruiker niet een ernstige ziekte onder de leden had, welke zich verspreid via speeksel.

Of wat dacht je van onder een tafel! De eerste de beste die zijn benen over elkaar slaat - over het algemeen een vrouw - vindt bij het verlaten van de tafel een mooie plak kauwgom op de bovenkant van haar knie. Er bestaan allerlei middeltjes om dit dan weer te verwijderen. Klazien uit Zalk is er beroemd mee geworden. Toch, op een of andere manier, werken ze allemaal net niet afdoende.

Er bestaan van die speciale muren, of ik zag zelfs ooit een geconstrueerde boom, waar je je opgekauwde kauwgom op kunt plakken. Als je daar dan langsloopt zonder daar iets te willen achterlaten, moet je erg je best doen om je maag en slokdarm weer in de juiste peristaltiek te krijgen.

Uiteraard kun je het altijd nog op de grond dumpen. Daar wordt het vanzelf platgetrapt en lijkt het een soort eenheid met de stoeptegels te vormen. Vooral voor ingangen en dergelijke zie je de grond bezaaid met van die afgekauwde kwakjes. Ook dit heeft een keerzijde. Namelijk als de temperatuur tot tropische waarde gaat stijgen, dan worden de kwakjes zacht, erg zacht, en hebben dan de neiging om onder je zolen te blijven plakken als je er op staat. Hondenpoep krijg je er nog onder vandaan, maar kauwgom niet.

Is er nou niemand die kan wachten met de lozing tot er een prullenbak in het vizier verschijnt?
Ik pleit voor een verbod, en anders doorslikken die handel!

zaterdag 18 juni 2011

Itsy bitsy Spider

We hebben een nieuwe huisgenoot. Het is zo'n groot exemplaar, bruin, met een enorm lijf en gigantische poten. En nee, dit is niet girly-achtig-overdreven. Ik heb wel van nature een gruwelijke hekel aan alles wat spin is of er op lijkt. Toch ben ik sinds kort dapper bezig om te proberen het huis te ontdoen van de zichtbare spinnen, zonder hulp van Mr.T. Dat lukt me aardig.

De kleinere exemplaren zijn inmiddels niet zo'n probleem meer. Al zal ik ze nooit, maar dan ook echt nooit zomaar met mijn handen pakken. Maar die grote, die vergen heldenmoed. Deze joekels bevinden zich meestal in het halletje bij de voordeur. De eerste die ik daar zag is door mij eigenhandig, maar vooral omslachtig verwijderd.

Hij of zij, ik zie nooit het verschil, zat daar op de mat mij aan te staren. Met een blik in een van de 6-8 ogen van: kom maar op, ik lust je rauw. Daar raak ik altijd danig van onder de indruk. Ik heb een stevige folder in de handen genomen en het beest, na een poging of 32 met een ferme zwieper de openstaande voordeur uitgemikt. Hij kwam 3 meter verder op de stoep terecht. Net goed.

En paar weken later zat zijn of haar broer of zus of neef of nicht of oom of tante of opa of oma in het hoekje op de vloer bij het raampje. Daar zit een spleet tussen de plint en de muur. De ideale hide out. Deze keer ging een zwieper linea recta de deur uit niet werken. Ik vermande mij en sprak mezelf streng toe dat het nu dan écht moest gebeuren.

Ik pakte een enorme hoeveelheid wc-papier en zonder ook maar verder over de eventuele gevolgen na te denken, dook ik op de spin met het wc-papier voor me uitgestoken. Hij (laten we het op een hij houden) dacht nog te kunnen ontsnappen door een sprint te trekken en onder de mat te verdwijnen. Maar ik riep: 'Dat had je gedacht mannetje!' en ik greep hem kordaat in mijn dot wc-papier. De klep van de wc stond al uitnodigend open en ik smeet het hele zooitje zo de pot in. Ik trok door en zag hem nog even spartelen en toen was hij weg. Opgeruimd staat netjes.

Nu heb weer een broer of zus of neef of nicht of oom of tante of opa of oma in de gang huizen. En deze pakt het slim aan. Grotere hersens blijkbaar of vaker met dit bijltje gehakt. Hij (ook dit nemen we maar weer even aan voor het gemak) heeft hetzelfde plekje in de hoek gevonden in de hal en huist in de spleet. Hij maakt iedere keer een web wat een soort matje vormt tussen de spleet en een houten kat die daar staat.

Iedere keer als ik de stofzuiger ter hand neem, zit hij daar, net buiten zijn spleet. Uitdagend. En elke keer denk ik: 'Nu pak ik je', maar als ik terugkom met de grote hoeveelheid wc-papier, zie ik nog net één poot uit de spleet steken. Opzuigen is een heel slecht idee. Want deze grote joekels gaan daar echt niet dood van en dan zitten ze in de stofzuigerzak en ik zuig nog wel eens iets op wat niet opgezogen dient te worden en dat moet ik dan weer uit de stofzuigerzak peuteren en stel je voor dat daar dan die spin zit!! No way. Of hij kruipt weer de stofzuiger uit, die altijd in de voorraadkast staat, waar het donker is. Ieuw! Dood, dat is de enige optie.

Dus ik laat hem maar en wacht mijn moment af. Op een dag ben ik hem te slim af.
Let maar op.

donderdag 16 juni 2011

Mijn wereld vandaag




donderdag 9 juni 2011

Greet wil het echt heel graag begrijpen...

...maar ik begrijp er echt de ballen van!

Ik heb een aantal van de medeweggebruikers al eens aangesproken op het vreemde en irriterende rijgedrag. Ja, U in de sleeëbakken en u boze mannen en u met de kapotte richtingaanwijzers, jullie waren het. Maar het lijkt wel of jullie mij niet horen. Of jullie luisteren gewoon niet. Maar ik begrijp het niet.

Wat is er mis met de meest rechtse baan, zodra er meer dan twee banen zijn? En waarom heeft u de neiging daar met zijn allen naast elkaar te rijden met dezelfde snelheid? Vroeger fietste u vast ook met zijn allen naast elkaar, lekker gezellig met elkaar praten. Maar in de auto is communiceren op deze wijze zo goed als onmogelijk.

Waarom gaat u op de één na linkse baan rijden met een snelheid van onder de 130 (ja, dat mag daar, ja), als er vijf banen zijn, zodat ik van de rechter baan helemaal naar de meest linkse baan moet, om u in te halen? Zo zigzaggend leg ik de meeste kilometers af.

Waarom moet u mij weer onmiddellijk inhalen als ik uw sleeëbak met mijn Vosje net heb ingehaald? Ziet u het als een verstoring van de pikorde als ik u inhaal?

Weet u het verschil wel tussen een rood kruis en een groene pijl? U kunt dus op de vluchtstrook rijden als er een groene pijl boven staat. Dit wordt in de volksmond wel de spitsstrook genoemd en is niet alleen voor dombo's die niet kunnen rijden en vrachtwagens. Hij is er ook voor u. Schieten we met zijn allen weer een beetje meer op en heeft de regering niet weer voor noppes geld over de balk gesmeten.

Waarom doet u uw lichten niet aan in een tunnel? Geeft het u het gevoel dat u in een Stealth rijdt als u volledig onzichtbaar de tijdelijke duisternis door crosst? De radar in mijn Vosje doet het toch niet en mijn rakketwerper is ook even uitgeschakeld, dus u kunt gewoon uw lampen weer aan doen.

Waarom koopt u in vredesnaam een Porsche als u niet van plan bent er harder dan 100 mee te rijden?

Dat zou ik nu wel eens willen weten.
De groeten maar weer.


woensdag 1 juni 2011

vrijdag 27 mei 2011

Dikkertje en Dap

Eergisteren stonden ze weer eens voor de deur. Twee identieke zusjes, maar geen tweeling, want de één is net twee maten groter dan de ander. Maar beide hebben ze voor hun leeftijd een grote maat. Ze hebben ook een broertje en een vader die extra large zijn. Hun moeder heb ik nog nooit gezien.

De twee zusjes, Dikkertje en Dap in mijn wereld, spelen veel en vaak buiten. Ze zitten daarbij het liefst met zijn tweeën op een iets te kleine, roze kinderfiets. Ik denk dat de fiets van het jongste zusje is, maar grote zus fietst altijd met jonge zus achterop. Het past net niet, om het zo maar te zeggen. Je ziet de fiets bijna doorbuigen. De wielen hebben een soort ellipsvorm. Als de fiets kon schreeuwen, dan zou je hem heel hard: AUW AUW AUW horen roepen. Maar een fiets kan niet schreeuwen.

Ze fietsen heel wat rondjes rond het blok. Over de stoep, dat wel. Het geheel slingert alle kanten op en of alle auto's altijd onbeschadigd uit de strijd komen, betwijfel ik. Ze spelen ook zonder fiets, maar wat ze dan precies doen, is mij niet duidelijk.

Regelmatig bellen ze dus aan, omdat ze voor veel goede doelen de deuren langs gaan. Jantje Beton, nieuwe spullen voor de sporthal, een nieuw schoolplein, loten voor een een of andere sportvereniging, ondersteuning van de heel plaatselijke carnavalsvereniging. Woon je hier, dan word je opgevoed met een rijk verenigingsleven. Neem nou de fanfare, waar ze dus eergisteren loten voor verkochten. Daar ga je als kind met maar een sprankje muzikaliteit op, zodra je een instrument kan vasthouden. En als je dan echt niet muzikaal bent, dan kan je altijd nog bij de dansmariekes of bij de majorette.

De meiden belden dus aan, want grote zus zit op de fanfare. Ik zie haar elk weekend met haar vader en broer in de fanfarekleren voorbij waggelen, uh, ik bedoel natuurlijk wandelen. Dikkertje en Dap zijn altijd samen, maar grote zus doet altijd het woord. Ze is kort van stof, want in het Maastrichts vraagt ze alleen maar: 'Wilt u geld geven?' of 'Wilt u een lot kopen?' Als je doorvraagt, krijg je wel het hele verhaal en het doel, plus bijbehorende smoezelige papieren die ingevuld moeten worden, maar over het algemeen in onverstaanbaar Maastrichts. Met name onverstaanbaar, omdat ze alles behalve in jouw richting praat.

En natuurlijk geef ik weer geld. Marketing technisch heel slim om kinderen langs de deuren te sturen. Ik ben een groot sponsor van alles wat vereniging is hier in de buurt. Helaas niet aftrekbaar van de belasting ben ik bang. Maar ach...wat geeft het.

maandag 23 mei 2011

Filosoferen met een 3-jarige

Voor de vijfde keer legde ik al het houten fruit op het speelbord voor nóg een potje 'boomgaard' of hoe het ook maar mocht heten. In ieder geval een pedagogisch verantwoord spel. Want als je wint, win je met zijn allen en verliezen idem dito. Misschien is dat wel helemaal niet verantwoord, maar ik ben niet zo thuis in de pedagogiek.

In je eentje winnen bleek dus onmogelijk. Toch weerhield het Frummel, met zijn drie hele jaren, er niet van om driftig te pogen het spel vakkundig te manipuleren. Hij deed stinkend zijn best om de dobbelsteen steeds zo te gooien dat hij twee stuks fruit mocht pakken in plaats van één. Dit mislukte echter steeds jammerlijk, want de uitkomst van de dobbelsteen was steeds de raaf en die moest je juist niet hebben, want we konden gezamenlijk dan wel weer van de raaf verliezen. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar het spel was echt kinderlijk eenvoudig.

In ieder geval zat Frummel tijdens het spel tegenover mij met zijn vinger in zijn oor. Hij keek mij eens aan en vroeg: 'Waar komt jeuk eigenlijk vandaan?' Ik begon een heel verhaal over kriebeltjes en stekende muggen en zomaar jeuk en een beetje ziek zijn en bultjes. Aan het einde van mijn betoog staarde hij naar het speelbord en vroeg nog eens met ernstige nadruk: 'Ja, maar waar komt de jeuk nu vandáán?' Ik probeerde het nog eens, maar nu met een andere woordkeus en een andere benadering. Halverwege mijn relaas rende hij weg van de tafel om hoognodig even wat anders te doen.

Opgelucht dat hij mij niet gevraagd had wat de zin van het leven was, want hoe leg je dat een 3-jarige uit, ruimde ik het spel weer op. Na vier en half potje had hij er gelukkig ook schoon genoeg van.

woensdag 18 mei 2011

Greet in de sportschool

Zie ik er uit alsof ik in een sociaal isolement zit en wel wat aanspraak kan gebruiken?

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik sport niet met het doel om 'eens lekker tussen de mensen te zijn'. Daarvoor heb ik andere activiteiten. Als ik sport, ga ik vooral ernstig in mijn eigen wereld op. Mijn geest gaat dan een soort eigen leven leiden. Bovendien sport ik in een kerkgebouw, wat ook al een hogere sfeer oproept.

Elke keer als ik ga sporten - en dat is al gauw één keer in de week - verbaas ik me over hoeveel mensen elkaar wel niet kennen. Het is één grote afspraak lijkt het wel. De mensen zijn in vier categorieën in te delen: de ouderen, de mensen met ernstig overgewicht (en dan bedoel ik ook echt ernstig), huisvrouwen en mannen met brede armen die vol staan met tattoos. Die laatste groep is behoorlijk vertegenwoordigd. Ik denk dat deze mannen allemaal een baan in de avonduren hebben.

Voor de ouderen heeft het overduidelijk een sociale functie. Er wordt uitgebreid bijgepraat en na het sporten gaan ze met zijn allen aan een grote tafel lunchen. Tante Pollewop neemt altijd de tas met etenswaren mee. De overige groepen hebben ook een soort onzichtbare band. Het klit bij elkaar en kletst meer dan dat het sport. Maar tussen de groepen onderling lijken ook lijntjes te liggen, want er wordt ook aan uitwisseling gedaan in de sociale contacten.

Toen ik vanochtend bij de sportschool aankwam, was er een mannetje van de gemeente met een Melkert-baan die de prullenbak op straat stond te legen. Hij keek mij met een grote glimlach aan, wenste me 'goedemorgen' en zei dat als ik nog even een beetje in de buurt bleef zijn werkdag als een speer voorbij zou gaan. Tja. Ik wenste hem ook 'goedemorgen' en veel werkplezier, maar dan zonder mij.

Ik ging de sportschool in en deed mijn rondje. Ik werkte me in het zweet om de nodige conditie en wat spieren te kweken. Mijn geest ging dus even op de vrije loop en ik hoopte dat het allemaal snel voorbij zou gaan, want zó leuk is sporten nu ook weer niet. Tussendoor geleuter vertraagd de zaak alleen maar.

Toch vond een klein, breed en kaal mannetje het hoognodig mij van wat aanwijzingen te voorzien toen ik mijn buikspieren aan een marteling blootstelde. Te veel gewicht, te langzaam, te weinig, maar ik had ook niet veel nodig, want veel vet zat er niet op mijn buik, maar dat kon ik nog wel even verbranden, dan moest ik het wel zus en zo doen, en dan zouden de mannen bij het zwembad weer naar mij fluiten, maar dat was niet nodig, want ik was getrouwd had hij wel gezien, dus ik kon ook maar beter niet naar andere mannen kijken, zo had het hem zíjn huwelijk gekost, dat mocht ik best weten, als ik er nou nog even 3 x 30 deed, dan was het wel voldoende, als ik het maar voelde branden, want dan verbrande je vet, zo had hij het ook gedaan.

Nou nou nou, hij zal het goed bedoelen denk ik maar.

Toen ik wegreed van de sportschool, zag ik in mijn achteruitkijkspiegeltje het mannetje van de gemeente mij enthousiast uitzwaaien.

donderdag 5 mei 2011

Schilderkunst



Mijn vader kan schilderen, maar mijn schone moeder kan er ook wat van!




zondag 1 mei 2011

Morbiditeit

Oh oh. We kunnen wel van een dierlijke massamoord spreken deze week. En het drukt zwaar op ons geweten.

Het begon met Vink. Guus kwam hem de tuin in brengen. Vink was duidelijk niet meer te redden, want hij hing slap en levenloos in Guus zijn bek. Vervolgens heeft hij Vink nog even alle hoeken van de tuin laten zien, waarbij Vink veelvuldig de lucht werd ingeworpen en tegen de muur gekwakt. Daarna mocht Redje hem ook nog even als oefenmateriaal gebruiken. Het begon vervelend te worden toen de veren in de bekjes bleven hangen en Vink werd voor dood achtergelaten. Morsdood is beter gezegd en dat kunt u verschrikkelijk letterlijk nemen.

Gister hebben we weer een groot deel van Nederland doorkruist om wat dood beest, klaargemaakt op een heet rooster, bij en met familie tot ons te nemen. Deze week laten we de beesten maar zo veel mogelijk weg uit ons eten.

Maar in de auto is het onmogelijk lijken te voorkomen. Hadden we een paar maanden geleden nog een kraai frontaal te pakken, deze keer was het een zee aan insecten. Het voorraam is één groot kerkhof! De insecten zijn als zodanig niet meer te herkennen, maar het ene beest geeft duidelijk een grotere en goordere plek dan de ander. Waarschijnlijk zijn we genoodzaakt de resten van het raam te schrapen, want ruitensproeivloeistof bleek zeer zeker niet afdoende.

En vanochtend lag Muis in de tuin, onthoofd en enorm overleden.

R.I.P. lieve beestjes, die afgelopen week het licht definitief zagen uitgaan. We hopen dat jullie tenminste een mooi leven hebben gehad. En sorry dat we jullie allemaal niet konden redden, maar zo is het leven nu eenmaal.

Een dooddoener, ik weet het...

dinsdag 26 april 2011

't Is niet pluis (deel II)

Wat is dat toch met die voorjaarsschoonmaak? Ik zie bijna bij elk huis een trapje voor het huis staan waarop een vrouw de ramen staat te soppen. De gordijnen die normaal gesproken hier potdicht zitten, want stel je voor dat iemand je interieur eens van buitenaf kan bekijken, zijn nu verdwenen voor het raam. Ik vermoed dat ze lekker liggen te zwemmen in de wasmachine. Zit het in de genen, dat je dit zodra de lente begint moet doen? Want dan is er met mij iets ernstig mis!

Mijns inziens volslagen onlogisch om je huis grondig te poetsen in het voorjaar. Deuren staan de holy day open en alles loopt in en uit, een berg zand met zich meenemend - ik spreek hier dan vooral over de katten, die ook nog hun overtollige haar van de winter kwijt moeten. Er dwarrelt vanalles in het huis, wat er niet hoort. En dat gaat de komende maanden nog wel even zo door.

Nu heb ik net die hoelahut van boven tot onder gezogen en gepoetst - tja, er schuilt toch iets van een vrouw in mij - maar ik weet zéker dat het pluis de zolder al weer in bezit heeft genomen.

En dan dat stuifmeel, wat alles onder een gouden laagje legt, binnen en buiten het huis. Wat denken die bomen wel niet, dat we allemaal bevrucht moeten worden? Laat het toch lekker aan de bijtjes en de hommels over, dan komt het vanzelf goed en blijft het een beetje binnen de perken.

Zo, en nu is het genoeg!

zaterdag 23 april 2011

't Is niet pluis

Kan het pluis even stoppen met onophoudelijk ons huis binnen te zweven? Zelfs zonder hooikoorts niezen wij ons hier nog een hersenbeschadiging! En dat zuigen komt ook mijn neus uit.

Dank u.

woensdag 20 april 2011

Greet snapt het soms niet

  • Goedemiddag, Rabobank Amersfoort en omstreken.
  • Goedemiddag, met mij. U bent onze tussenpersoon voor onze verzekeringen en nu wil ik persoonlijk wat komen regelen, maar dat wordt een beetje lastig, want ik zit in Maastricht en u zit in Amersfoort.
  • Tja, hoe snel wilt u het geregeld hebben?
  • Nou, het heeft geen bloedspoed, maar eigenlijk wilde ik vragen waarom het nooit gewijzigd is, toen wij de adreswijziging doorgaven.
  • We hebben helemaal geen adreswijziging gehad.
  • Jawel hoor, want daarvoor zijn we in eigen persoon naar uw kantoor geweest.
  • Hoe lang geleden is dat?
  • Meer dan een jaar geleden. En het is dan toch vreemd dat we wel alle post hier in Maastricht krijgen.
  • Haha, ik zie het al. Uw adres is wel gewijzigd, maar de producten zijn niet meeverhuisd.
  • Oh, handig. En nu?
  • We kunnen de zaken per email afhandelen...of nee, weet u wat, ik verhuis de producten naar Maastricht.
  • Goed idee! En naar welk kantoor gaan ze dan?
  • Nou, er zit er één in de huppeldepupstraat en één op de hippeldepiplaan en één op de hobbelweg en nog één op de hubbellaan.
  • En welke wordt het dan?
  • Dat maakt niet uit, u kunt bij alle vier terecht.
  • Jaja, natuurlijk. Dat kon in Amersfoort niet.
  • Oh jawel hoor.
  • Nou, volgens mij niet.
  • .....
  • Zal ik uw producten doorsturen?
  • Ja, graag!
  • Dan heb ik wel wat gegevens van uw nodig ter verificatie.
  • Snap ik.
  • Wat is uw adres? Wat s uw geboortedatum? Wat is de geboortedatum van Mr.T.? Wat is uw telefoonnummer? Wat is uw burgerservicenummer? En wat was de aard en de kleur van uw ontlasting vanmorgen?
          (uiteraard heb ik op alles netjes antwoord gegeven)
  • Krijgen we nog een bevestiging als alles is doorgestuurd?
  • We sturen een bevestiging naar het oude adres, ..., uh, ...., nee, alleen het kantoor waar het naartoe wordt gestuurd krijgt een bevestiging.
  • Logisch, die hebben ze ook echt nodig als ze alle producten al hebben ontvangen.
  • Belt u anders volgende week naar het kantoor in Maastricht om te horen of het goed is gegaan.
  • Welk kantoor?
  • Oh ja, nee, dat maakt niet uit.
  • Duidelijk...
  • Misschien is het goed dat als ze nog van niets weten, dat u ons weer even belt, want dan is er iets fout gegaan. In het paasweekend krijgen onze systemen een gigantische update en dat is vragen om problemen.
  • We hebben volgende week vast nog contact. Bedankt alvast.
  • Graag gedaan.
  • Fijne dag!
  • Fijne dag!

vrijdag 15 april 2011

Bemoei je er niet mee!

'Ik wil me nergens mee bemoeien hoor, maar....', en ze knikt in de richting van mijn ene hand met daarin een vaas en naar mijn andere hand met daarin twee bossen narcissen. 'Dat zijn geen tulpen', en ze wijst naar de actieposter waarop staat: gratis vaas ter waarde van €3,99 bij twee bossen tulpen.

Ik wijs met een vriendelijke glimlach, zonder wat te zeggen met mijn hand vol narcissen naar een andere actieposter waarop staat: twee bossen narcissen voor €4,99 + een gratis vaas ter waarde van €3,99. Ze kleurt rood tot onder haar oksels en mompelt 'sorry' en verdwijnt met gebogen hoofd verder de winkel in.

Ik had haar achterna willen schreeuwen: 'Dat je je ermee wilt bemoeien vind ik prima, nou nee, dat vind ik eigenlijk helemáál niet prima, maar als je het dan toch zo nodig wilt, begin dan niet te zeggen dat je je er eigenlijk niet mee wilt bemoeien. Dikke bemoeial!'

Maar dat heb ik niet gedaan, lafbek als ik ben.

Overigens heb ik de vaas en de narcissen weer netjes terug gezet. Ik had liever tulpen, maar die waren op.

dinsdag 12 april 2011

Greet krijgt er het heen en weer van

Zo zit je de ene dag in korte broek en T-shirt op een stoeltje in de zon en zo zit je de volgende dag in een hagelbui op de fiets richting vrijwilligerswerk.

Note to the weather: make up your bloody mind!

maandag 11 april 2011

Fietsplezier en Parijs - Roubaix

Zo, de winterstop zit er weer op. Na de brute roof van onze fietsen uit de garage, hebben we met toestemming van de verzekeringsmaatschappij weer nieuw materiaal aangeschaft. Aangezien de zon gister uitbundig scheen, was het een uitstekende dag om de rijwielen weer eens uit te proberen. Mr.T. had zijn nodige trainingsrondjes op zijn eigen fiets er al weer op zitten, maar ik nog niet.

Na nog wat materiaalaanpassingen binnen de eerste kilometer, waren we op weg. Ik had nog zo gezegd: alleen plat fietsen, ik wil geen berg zien. Maar een versperring hier en een opbreking daar en ook nog een omleiding, dan blijk je ineens toch verschrikkelijk te moeten terugschakelen. De moed zakte mij in de schoenen, maar als ik dan mensen naast hun fiets omhoog zie lopen, dan krijg ik een 'dat nooit' gevoel en blijk ik ergens toch nog een beetje kracht te hebben.

Limburg is weer mooi, zo in de lente! Fruitbomen bloeien, de akkers worden weer ik kaarsrechte lijnen bewerkt, het gras is weer groen en de bomen die niet bloeien beginnen voorzichtig hun blaadjes te laten zien. Mr.T. roept maar van: we kunnen zus en we kunnen zo, maar als het om routes en plaatsbepaling gaat, dan ben ik een sukkel. Dus ik zeg alleen: doe maar wat, als we maar niet weer...

Helaas onvermijdelijk, volgens Mr.T., kwam er toch nog iets van een berg, met als extraatje: kasseien. Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel die ellendige steentjes. Het staat ongetwijfeld heel rustiek, maar erover fietsen is een regelrechte ascese. Ik heb alles bij elkaar gescholden, gefietst op de kleinste bladen die mijn fiets bezit, geworsteld, maar ik kwam boven!

Eenmaal thuis na een kilometer of 40 en met een bips die blijkbaar weer beheurlijk moet wennen aan het racezadel, keken we nog een stukje Parijs - Roubaix. Ik buig in diep respect voor deze mannen die niet een paar honderd meter over kasseien rijden, zoals dat nietszeggende bergje dat ik gedaan heb, maar 27 kasseienstroken met een lengte van maar liefst 46 kilometer. Dit bewijst maar weer eens dat die wielrenners een tikkie getikt zijn, want waarom zou je dit willen? Ik begrijp het niet. Maar goed, what doesn't kill you, only makes you stronger, zullen we maar zeggen.

dinsdag 5 april 2011

Hurray, hurray, it's a holi-holiday...

Tenerife is heel mooi, hebben we gehoord, maar wij hebben er niet veel van gezien. Ander keertje.

Het hotel had twee huiskatten, die verdacht veel leken op die twee mormels van ons, alleen net een paar keer te veel gewassen. We hebben ze Ruud en Gesje gedoopt.







maandag 21 maart 2011

donderdag 17 maart 2011

Greet vraagt zich nu wat af

Vorig jaar, rond deze tijd schreef ik over de vogels die met een vrolijk alles overstemmend fluitconcert de lente aankondigden.

Vandaag stond ik weer op dat kruispunt, voor het rode stoplicht - uiteraard; en weer omringt door een veelheid aan luidkeels verkeer. Maar in plaats van feestelijk gefluit kwam er een oorverdovende stilte door het verkeerslawaai heen. De vogels zijn er niet meer. Dat is ook niet zo raar, want ten behoeve van die enorme tunnel die er door de stad komt, is alles wat boom was en op de plek van de toekomstige plannen stond, met de grond gelijk gemaakt.

Wat rest is stilte, treurnis, leegte.
Als je goed luistert, hoor je hier en daar een zacht snikje.
Dat is van een vogel die dakloos is geworden.
Feitelijk waren ze natuurlijk al dakloos, maar u snapt het wel, toch?

Alle mensen die hetzelfde lot te wachten stonden en staan, krijgen ten minste nog vervangende woonruimte. Maar als je maar een vogel bent, kun je het zelf uitzoeken. Zo net voor de lente, als je weer een gezinnetje wilt stichten.

Nu komen er wel weer nieuwe bomen, als alles klaar is, ooit. Maar daar hebben de vogels nu niet zo veel meer aan. 't Is te hopen dat ze dan nog terug willen komen, ooit.

woensdag 16 maart 2011

De hilariteit van onwetendheid

Ik moest mezelf even onder de tafel vandaan trekken, want ik was eronder terecht gekomen van het lachen.
'Als je in een amuse leeft, dan weet je niet waar de pirameeën staan.'*
Ik schuddebuik nog even verder.

maandag 14 maart 2011

Recept voor vakantiegevoel op de zaterdagmiddag

Ingrediënten:

  • een vervoermiddel
  • de zon
  • temperatuur van ca. 15 graden Celsius
  • een stelletje heuvels
  • stoute schoenen
  • een wandelroute
  • een plaats om te foerageren
Bereiding:

Neem plaats in of op het vervoermiddel en rij door de heuvels dicht naar de plaats om te foerageren. Stal je vervoermiddel en trek de stoute schoenen aan. Wandel met je hoofd gericht op de zon een kilometertje of wat, al naar gelang de kracht van je lichaam. Zorg dat je zonder problemen weer uitkomt bij de plek om te foerageren en bemachtig een tafeltje. Neem plaats en bestel een eigengemaakt biertje en een groepje bitterballen. Keuvel een beetje of lees een boek of kijk wat in de verte of bewonder een pauw die van patserigheid niet meer weet hoe hij zijn veren moet tonen. Eet nog wat en bestel nog een biertje. Verlaat na betalen en een diepe zucht van tevredenheid het pand en beweeg je weer richting het vervoermiddel. Rij naar huis en bedenk dat het vakantiegevoel zomaar ineens vanuit het hoekje waar hij lag te wachten, tevoorschijn kan komen.

woensdag 9 maart 2011

Over schade experts en het logge verzekeringsapparaat


Zucht.

Nadat je je eerst door een menu van de verzekeringsmaatschappij heen hebt geworsteld, heb je eindelijk een echt en levend iemand aan de telefoon. Die levende persoon klinkt niet echt levend, maar het is dan ook maandagochtend, dus dat zij vergeven. Er zal binnen twee dagen een schade-expert contact met ons opnemen om de hele zooi door te nemen.

Wij maken braaf een lijst van alles wat weg is, zoeken bonnen of aankoopprijzen. En we wachten rustig af.

Maar weer eens bellen met de verzekeringsmaatschappij, want binnen twee dagen is er niet gebeld. Weer dat menu en dan een wachtrij. Eindelijk gaat de telefoon over en...ik ben weggedrukt. Dus weer helemaal opnieuw beginnen. Na een minuut of vijf heb ik dan de levende persoon weer en blijkt dat binnen twee dagen eigenlijk na twee dagen is. Het is een beetje druk. Ach.

Warempel, nog geen uur later belt de schade-expert. Die klinkt alsof hij al minstens 238 jaar in het vak zit en net een bijzonder zware carnaval achter de rug heeft. Hij heeft morgen een gat van 2 en een half uur, waarin wij nog net in te passen zijn. Ik zeg dat het goed is en bel met Mr.T, want die wil ook graag van de partij zijn. Al pratend bedenken we dat het handiger is om een beetje te schuiven met de tijd, want wij leven ook niet van de lucht en dus kunnen sommige zaken lastig verzet worden.

Aangezien ik geen telefoonnummer heb van Methusalem de schade-expert, bel ik maar weer naar de verzekeringsmaatschappij zelf. Menu, wachten, levend persoon. Deze zal een mailtje sturen naar Methusalem en die zal mij weer bellen.

Hij belt, met een grote dosis irritatie in zijn stem. Hij kan absoluut zijn route niet aanpassen, laat staan zijn tijdschema, en al helemaal niet de afspraak. Zijn woorden: 'Ik leg u wel weer op de stapel en dan kijk ik wel of ik er volgende week aan toe kom. Die week erna ben ik op vakantie.' Met andere woorden: zegt u het maar, kunt u op de tijd dat ik het wil en het alleen mij uitkomt, of anders moeten we nog maar zien of we uw schade dit jaar nog gaan behandelen. Tenminste, zo kwam het op mij over. Meneer de schade-expert was ook helemaal niet vriendelijk.

Woest bel ik maar weer de klantenservice. Menu, wachten, levend persoon. Eindelijk begrip. Maar ja, het is al bijna half 5 en dan is het lastig om nog wat voor elkaar te krijgen. De belofte is dat ik uiterlijk morgenochtend wordt teruggebeld met een oplossing om een schade-expert nog deze week te laten langs komen. Ik heb wel gezegd dat ik Methusalem niet meer hoef.

Zucht.

maandag 7 maart 2011

Het verdriet van een lege garage

Onze deur staat open voor iedereen, maar niet als de deur op slot zit. Ik weet echt heel zeker dat we geen uitnodiging op de garagedeur hebben geplaatst om vrijelijk de garage te betreden. Maar nu zijn er toch een stelletje onverlaten die even grondig onze garage hebben opgeruimd, nadat ze de garagedeur met grof geweld hadden opengebroken.
Jammer genoeg hebben ze juist dat opgeruimd, wat we nog niet kwijt wilden. Zoals een racefiets of drie en wat leuke goodies die daarbij horen. Blijkbaar was Bob de Bouwer er ook bij, want er mist ook gereedschap. De garage ziet er treurig leeg uit.

En dan kan je aangifte doen, bij een politieagente die de indruk gaf dat ze het voor het eerst deed, al zei ze dat ze er al jáharen werkte en zo zag ze er ook uit. En dan moet je de verzekeringsmaatschappij bellen en die gaat een schade-expert sturen en dan moet je een lijst maken van alles wat mist - het lijkt wel oneindig - en wat alles heeft gekost en of je nog bonnen hebt en en en.... Tsjonge!

De volgende keer ruimen wij onze garage zelf weer op.