vrijdag 9 december 2016

Greet en de kerstboom

Dat was me wat zeg, die kerstboom. Kerst is onder andere het feest van de vrede, maar dat was het in dit huis de afgelopen week niet echt. Tsjonge! Ik en de kerstboom lagen nogal overhoop.

Alle ingrediënten voor een mooie kerstboom had ik in huis. Lampies, een kerstboom van het neppe soort en 100.000 (bij benadering hoor) dingen om erin te hangen. Ik koos een compleet vrije dag voor de opzet- en optuigsessie. Een vrije dag is in mijn toestand een dag waarbij ik geen andere activiteiten van huishoudelijke of fysieke aard heb buiten de rondjes met Flip om. Ik mag dan een oorlog gewonnen hebben, de volgende stappen blijken toch wat zwaarder dan gedacht.

De boom was zo in elkaar gefabriekt. Dat is het punt niet. Toen de lampjes. Goeie tip: eerst testen voor je ze er in gaat prutsen. Ervaring leert, kan ik u vertellen. Lampjes deden het, dus het grote werk kon beginnen. Ik had nog lampjes van het ouderwetse soort, die je per lampje aan een tak moet frutten. Halverwege nog eens testen en alles leek in orde. Laatste lampje vastgemaakt en weer de stekker in het stopcontact. Als een nachtkaars ging de hele handel uit. Ik heb maar eens heel diep gezucht.

Door de jaren heen ben ik best verstandig geworden, vind ik zelf. Ik kon nu namelijk in gefrustreerde en overspannen toestand naar de dichtstbijzijnde bouwmarkt of het tuincentrum rijden en lampjes gaan halen. Maar ik ken mezelf, ik kan niet zo goed kiezen, dus dat kon nog wel eens een dingetje worden. Dus ik nam het besluit om de kapotte lampjes uit de boom te rukken, de doos met kerstspullen weer te sluiten en eens rustig op internet naar verlichting te gaan zoeken.

Gelukt. Ik vond wat ik wilde en bestelde. Volgende dag zou de boel geleverd worden, ergens tussen 2 en 4. Vol verwachting zat ik de volgende dag voor het raam naar de bus van de pakjesbezorger uit te kijken. Maar helaas, de app gaf aan dat de bezorging een dagje werd uitgesteld. Ik heb maar eens heel diep gezucht.

Gisteren zou het dan zover zijn. Nu tussen 12 en 2. Ik zat weer voor het raam. Het werd 2 uur en ik had nog geen pakjesbezorger gezien. Ja, wel die van alle andere concurrenten. Ik keek maar weer eens op de app: excuses voor de vertraging, uw pakketje wordt zo snel mogelijk bezorgd. Ze vermeldden er dan niet bij wat 'zo snel mogelijk' precies inhoudt. Uiteindelijk was het 3 uur. Mijn hartje sprong op van vreugde. Ik rukte de doos open, trok de lampjes uit de verpakking, zette de stekker in elkaar (zoals dat blijkbaar moet met ledlampjes), stekker in het stopcontact en.....ze deden het niet. Ik heb maar eens heel diep gezucht.

Vervolgens ben ik in gefrustreerde en overspannen toestand in de auto gestapt en ben naar het dichtstbijzijnde tuincentrum gereden. Natúúrlijk kon ik niet kiezen. Ik besloot daarom ook nog maar even naar de bouwmarkt te scheuren. Daar hadden ze snoeren met te weinig lampjes of veul te veul. De tussenmaat voor een beetje gemiddelde kerstboom was uiteraard allang uitverkocht. Totdat ik een eenzaam doosje zag, ergens diep weggestopt achter al de andere dozen. Met precies het goede aantal lampjes en de perfecte lengte van het snoer. Bleek ook nog in de aanbieding. Had ik even geluk.

Uiteindelijk heb ik bij thuiskomst de lampjes in de boom geslingerd. Mijn hele voorraad ballen en andere meuk in recordtempo in de boom gehangen. Niks niet de tijd ervoor genomen. Ik was er helemaal klaar mee. Maar hij staat en hij straalt. Laat de kerst maar komen, en de sneeuw, en de vrede.

donderdag 20 oktober 2016

Fietsperikelen


De laatste jaren heb ik nou wat je noemt niet echt veel op een fiets gezeten. Er waren tijden dat ik bergen (nou ja, in mijn ogen dan) bedwong en vele kilometers maakte. Inmiddels doet mijn lichaam weer een klein beetje wat ik verwacht dat het moet doen. Dus het beweegt. Met mate, maar het beweegt weer wat zonder daar rottige nawerkingen van te beleven.

Zo gingen wij op vakantie. Naar Schoorl. En we besloten een fiets te huren. Voor mij een exemplaar met zo'n enorme accu achterop. Voor Mr.T een ouderwetse met een hondenkar voor Flip erachter. Voor Flip zijn eerste fietservaring. Hij vroeg zich blijkbaar af waarom er niets met hem overlegd was, want zodra we gingen fietsen zette hij zijn piepmachine aan. Als een sirene liet hij heel fietsend Schoorl weten dat wij eraan kwamen.

Ik genoot, ondanks het gebrul van Flip, met volle teugen. Ik fietste! Het is een beetje smokkelen met een hulpmotor, maar toch. Zelf in de buitenlucht, door de duinen, op eigen (nou ja, min of meer) kracht, in de zon, naar het strand.

Flip kon je niet blijer maken dan met het strand. Zodra hij het zand onder zijn poten voelde, legde hij eerst een flinke drol en dan was het rennen naar en in de zee. 'Gooi de bal, baas'. Onuitputtelijk.

Op dag twee, na een strandwandelingetje en 428 x de bal gegooid te hebben voor Flip, zakten wij in de zon neer op het terras van de strandtent voor koffie met een taartje. Terug op de fiets had zich wellicht een tikje overmoed van mij meester gemaakt, want ineens zat ik met fiets in de berm. Fiets ging een eigen leven leiden en kieperde met een vaartje om met mij er nog op.

Das niet zo leuk kan ik u vertellen. Al vallende realiseerde ik mij dat het waarschijnlijk wel mee zou vallen zonder gebroken botten enzo. Dat klopte, afgezien van de huid die hier en daar van mij werd afgestroopt. Huid van mijn handen, knie, elleboog en heup. Mr.T uitte luidkeels zijn bezorgdheid en frustratie. Flip was op slag stil.

Fiets kaduuk. Het hulpje deed het niet meer. Mr.T. hees mij weer in het zadel en duwde me terug naar het huisje. Daar leegde hij liefdevol een hele pot betadine over al mijn wonden, waarbij ik jubelde dat hij een bruut was. Gaasjes, verbandjes, pleisters en kusjes erop. Fiets werd ingeruild voor een nieuwe, nadat we de enorme schade hadden afgerekend en Greet zat de volgende dag gewoon weer op de fiets hoor.

Na drie dagen viel het gejammer in de hondenkar niet meer te negeren. Het werd een beetje gênant zelfs. Dus weer naar de fietsenboer en daar een hondenmand voor op de bagagedrager gehaald. Flip vastgebonden en daar gingen we weer. Stilte deze keer, dus dit leek een succes. Totdat Flip bedacht dat hij ook uit de mand kon springen. Mr.T ving hem met zijn ene hand bij zijn halsband en remde met zijn andere net op het moment dat die rem het begaf. Hij kwam slippend met een bungelend hondje tot stilstand. Hond in de stress, Greet in de stress en Mr.T in de stress. Geen gewonden deze keer. En ook dit kon ons niet van de fiets afbrengen. Wat geruststellende woorden over en weer, hond wat strakker vastgebonden, op naar het volgende biertje bij de volgende strandtent. Kom op zeg, wij laten ons niet kisten.








donderdag 4 augustus 2016

Buluitreikingen en onderbroeken

Een paar weken geleden hadden Mr.T en ik wat te vieren. Er moest na twee jaar knetterhard studeren en een thesis in elkaar fabrieken een bul opgehaald worden in Groningen. Dus had ik mij in mijn mooiste feestkleed gehesen. Nu zit ik niet zo ruim in mijn feestkleedjes, sterker nog, ik heb er maar één. Ik ben niet het feestklederige type. Ik draag wel jurkjes of rokjes, maar alleen als het bloedverzengend heet is en deze dingen zijn dus niet geschikt voor een feestje. Maar die ene wel. Mijn fantastische prinsessenjurk.

Deze had ik mij dus om het lijf geslagen na het douchen en opkalefateren. Ik stond het resultaat te bewonderen in de spiegel en zag dat mijn onderbroek wel heel erg zichtbaar was. Nu heb ik de jurk al een keer eerder aangehad, voor een andere feestelijke gelegenheid, maar toen was mij dat niet opgevallen. Anderen waarschijnlijk wel, maar dat hoor je dan weer niet. Schaamte met terugwerkende kracht. 

Ik vroeg nog even de mening van Mr.T. Hij is als het om dit soort dingen gaat altijd gruwelijk eerlijk. Er gaan geen doekjes om de boodschap. Diplomatie is hem volslagen vreemd wanneer je hem zijn mening vraagt. Over het algemeen trek ik me er niets van aan als hij iets niet mooi vindt. Maar dit was serious business. Volgens hem was het geen porem, die onderbroek. Mijn onderbroekla bevatte op dat moment geen huidkleurig exemplaar meer. De laatste die ik had was voor onder mijn trouwjurk, die ik al geruime tijd niet meer had gedragen. Dus ik zag de noodzaak niet meer zo van een dergelijke directoire.

Nu mag Mr.T dan geen tactisch wonder zijn, hij is wel een fantastische probleemoplosser. Hij wilde wel even voor mij naar de Hema rijden. Daar aangekomen riep hij in de deuropening met luider stem dat hij een vleeskleurige onderbroek nodig had voor zijn vrouw in maat 38 of M. Een vriendelijke mevrouw liet hem het enige exemplaar zien dat er nog was in die maat, een corrigerende onderbox.  Mr.T verschoot bij de grootte van dit stuk ondergoed en stelde voor een maatje kleiner te nemen. Niet doen, zei de verkoopster, u vrouw wil waarschijnlijk de rest van de dag gewoon kunnen ademhalen.

De onderbroek bedekte ongeveer de complete onderste helft van mijn bovenlijf. Corrigeren als de beste, al valt er op dit moment niet veel te corrigeren aangezien mijn gewicht een beetje aan de onderkant van de juiste BMI zit, maar een kniesoor die daar op let. Tenslotte is er geen sikkepit van te zien, onder mijn feestjurk.

Groningen bleek net een regenachtige dag gepland te hebben. Vanuit de parkeergarage moesten wij nog een stukje lopen. Geen paraplu, want op een of andere manier hebben wij die gewoon niet. Dus hees ik mijn lange jurk omhoog tot onder mijn oksels en we zetten er stevig de pas in. Ik zei het toch al dat ik niet geschikt ben voor feestelijke kledij.

De eigenlijke buluitreiking was zo gebeurd. Maar laat Mr.T niet onvoorbereid een kansel betreden en een praatje houden. Man man man, er was geen touw aan vast te knopen. Dus ik gebaarde halverwege de zaal dat hij er beter een eind aan kon breien. Handje schudden hier en daar, glaasje bubbels achterover slaan, praatje links en rechts. Daarna waren er nog zeeën van tijd over. We hadden voor de gelegenheid maar even een bedje ergens gehuurd inclusief een maaltijd. Weinig van Groningen gezien. Dat doen we wel een andere keer. Als de stad een zonnige dag op de agenda heeft staan.






woensdag 29 juni 2016

Greet bewoog zich tussen de bejaarden

Ooit zat ik op de fiets en bedwong heuse bergen, tenminste, in mijn beleving dan. Daarnaast nog één keer in de week een beetje sportscholen. Plus hier en daar nog een wandelingetje. Oftewel, ik was actief! Jammer de bammer kon dat al een hele tijd niet meer, omdat mijn lichaam de handdoek in de ring had geflikkerd. Maar maanden geleden scheen er hier en daar en af en toe al weer een lichtje aan de horizon, dus vroeg ik mijn Brusselse vriend of ik misschien weer een beetje in beweging mocht komen.

Er werd gefronst en gezucht en bedenkelijk gekeken. Mijn immuunsysteem stond toen nog in de opperste staat van paraatheid en ver in de rode cijfers en sporten ging daar alles behalve positief aan bijdragen. Dus het mocht wel, alleen onder de nadrukkelijk voorwaarde dat ik het slechts en uitsluitend in water zou doen.

Ik meldde mij aan bij het zwembad een dorp verderop waar ze aan 'warmwater zwemmen' doen. Ik kocht een badpak, want in mijn bikini vond ik het ook zowat en stond de eerstvolgende woensdagochtend om 8.30 ineens tussen een groep bejaarden. Met een schuin oog werd ik van top tot teen gemonsterd en het gepraat ging over in gemompel. Ik stelde me hier en daar even voor en we schuifelden het zwembad in.

Het is zo'n van-pierenbad-naar-diep-maar-toch-nog-staan deel van het zwembad. We liepen, joggden, stapten, zwaaiden, zwommen van links naar rechts en we deden oefeningen. Als er geen rollators aan de kant van het zwembad stonden, dan deden we onze loopoefeningen door de 'stroomversnelling'. Ik werd de eerste keren aan alle kanten ingehaald door mensen die bijna twee keer zou oud zijn dan ik.

Sociaal gezien ben ik niet een haantje de voorste. Waar de rest met elkaar leuterend zijn oefeningen deed, had ik al mijn concentratie nodig om niet te verzuipen. Af en toe vroeg er eens iemand in bedekte termen wat ik heb en dan vertelde ik de telegramversie van mijn lichamelijke gesteldheid. Het gesprek was altijd kort, want ik vroeg nooit wat de ander had. Ten eerste wist ik niet hoe ik dat moest vragen ('En waarom zit u in deze groep?' klinkt volslagen waanzinnig) en ten tweede was ik bang dat ik dan de rest van de tijd deelgenoot zou worden gemaakt van alle mogelijke lichamelijke ongemakken. Voor mijn gevoel moest ik daar dan weer iets mee en er de volgende keer weer naar vragen en zo. Maakt het alleen maar nodeloos ingewikkeld, terwijl ik alleen maar wilde bewegen, in water.

Mij is wel duidelijk dat eenmaal in de groep je je uiterlijk niet meer moet veranderen. Een ander badpak of je haar in een staart is vragen om problemen. Je werd dan gezien als nieuweling en de hele meute kwam zich rustig weer aan je voorstellen, terwijl je net zo lekker je eenzame, anonieme en onopvallende plek in de groep had ingenomen. De starende blikken en het gemompel begon dan ook weer van voren af aan.

Na de les mocht iedereen nog even in het bubbelbad. Het zwembad is in het weekend een tropisch zwemparadijs. Dat is een mooie omschrijving voor een Oost-Europees ogend bad met een bouwjaar ver terug in de vorige eeuw. Alles was een beetje viezig, met schimmel in de voegen en vergeelde tegels. Er zweefde wel eens een pleister over de bodem en je moest er niet te veel bij stilstaan hoeveel mensen in het weekend niet zo'n zin hadden om naar toilet te gaan. Dat zwemmen is dan nog één ding, maar ik ga niet met zijn allen in een net iets te klein bubbelbad om nog even na te praten. Voor geen goud.

Maar nu ga ik echt zwemmen. In mijn eigen dorp, in een gewoon zwembad. Niets geen tropisch geneuzel. Geen bejaardengroep. I have to move on. 


woensdag 15 juni 2016

Voorwaarts, mars!

Goed nieuws moet gedeeld worden met een driewerf HOERA!

De oorlog is beslist in mijn voordeel. De broertjes Bor en Bar hebben de strijdbijl begraven en hebben hun biezen gepakt. Mijn lijf heeft weer het rijk alleen. Nou ja, bijna dan. Want de gebroeders hebben wel wat rotzooi a.k.a. toxines achtergelaten. Die moeten weg. Hoe is nog een beetje de vraag, maar weg moet het.

Ook heeft al die antibiotica gecombineerd met de Lyme de bacteriehuishouding in mijn darmen nogal om zeep geholpen. Het rommelt daar behoorlijk, want het is een rommeltje. Maar daar is al aan gewerkt en wordt nog aan gewerkt.

En hoe voelen wij ons? Nou, beter dus! Ben ik mijn oude zelf? Nee, nog niet. Word ik dat ooit? Geen idee, maar daar ga ik wel mijn best voor doen. De laatste maanden voelde ik al dat ik terrein aan het winnen was. Ik herstelde beter, ik rustte zowaar uit van een goede nacht slaap, de pijn werd minder en mijn hoofd, oh mijn hoofd voelt zo helder. Ik heb weer overzicht, rekenen gaat weer zonder machientje, de woorden komen uit mijn mond zoals ze in mijn hoofd zitten en snel ook. Mijn geheugen doet het bijna weer als vanouds.

Nu blijkt dat de bloeduitslagen dit gevoel bevestigen. Wat een half jaar geleden nog in de rode cijfers stond, omdat het allemaal ver boven normaal was, is nu weer zoals het hoort op een paar dingetjes na.

De volgende stappen kunnen worden gezet. Ontgiften. Revalideren. Herstellen. Het plan daarvoor is nog vaag en niet concreet, maar dat komt. Mijn lichaam heeft tijd nodig om te ontgiften en te revalideren en te herstellen. Maar ik heb een lange adem en ben nog lang niet uitgeademd. Er is nog lucht genoeg. Rustig aan is het devies, iets met grenzen en geduld.

En dan nog iets, ik mag weer plannen maken van mijzelf. Daar is weer ruimte voor en ik voel dat het kan. Geen grootse plannen, tenminste, wat is groots? Een plan is een plan en een plan ligt in de toekomst. Dat maakt ook een tikkie bang, want ik weet inmiddels dat verder kijken dan een dag behoorlijk teleurstellend kan zijn.

Ik schreef al eens over hoop en vertrouwen. Een lastig onderwerp als toekomst een grijs en mistig gebied is geworden. Maar zonder hoop, geloof en veel liefde kom ik niet verder in het leven. Mijn drievoudige drijfveer.  Dus ga ik nu verder, hoofd omhoog, blik vooruit en voorwaarts!