Mijn hersens spelen een spelletje met me. De vermoeidheid zit namelijk ook in mijn hoofd. Er heerst een soort mist in mijn hoofd die de hersenactiviteit behoorlijk negatief beïnvloedt. Dit betekent de volgende problemen:
Ik loop nog wel eens ergens tegenop, omdat ik het obstakel simpelweg gemist heb.
Ik laat af en toe wat vallen, omdat mijn handen de opdracht van mijn hersenen niet lijken te willen uitvoeren.
Ik lees dingen die er niet zijn, zoals: 'D66 wil het aantal mensen verkleinen'. Terwijl ik me dan driftig afvraag hoe ze dat van plan zijn, lees ik de tekst voor de zekerheid nog maar een keer en zie dan dat er staat: 'D66 wil het aantal gemeenten verkleinen'. Dus.
Er komt soms een alternatief op in mijn hoofd voor een woord waar ik even niet op kan komen. Ik vind persoonlijk het woord 'vuurwerkje' ook veel beter voor 'lucifer'.
Maar ik kan ook vol overtuiging vertellen dat ik aan het schilderen ben, terwijl ik sta te strijken.
En bij een boek lezen vraag ik me soms af of er niet al te veel personages in het boek verwerkt zijn. Als ik dan terug lees, dan blijk ik het personage al lang te moeten kennen, maar ik heb geen idee.
Laat ik ook niet vergeten dat ik echt heel veel vergeet. Ik kan me een aantal dingen bedenken waar ik toch vooral aan moet denken, maar als ik het niet opschrijf, dan is het een verloren zaak en kan ik me niet meer bedenken waar ik nu aan moest denken.
Ik kan naar boven lopen in de wetenschap dat ik 'iets' moest doen en dan vervolgens boven niet meer weten wat dat 'iets' nu precies was.
Onder de douche moet ik mijn kop erbij houden, anders kon het hele wasproces wel eens verlopen zoals het niet moet verlopen.
Het zijn allemaal dingen waar wel een houtje-touwtje-knoopje-oplossing voor te verzinnen is, waardoor hier toch best redelijk mee te leven valt. Zolang ik huis niet affik...
Maar vandaag besloten mijn hersencellen dat het tijd was voor een nieuwe uitdaging. De bedoeling was een boodschapje, dus ik stond gewapend met mijn portemonnee en mijn telefoon aan de buitenkant van de voordeur en trok die met een ferme klap dicht. Op dat moment realiseerde ik me dat ik nog een onderdeel miste, de huissleutel. Oh oh...
Gelukkig had ik mijn telefoon, waar de batterij bijna van leeg was, en belde mijn immer redder in nood: Mr.T. Voicemail. Dat schoot op, dus ik sprak een noodlijdend bericht in. Inmiddels begon mijn creativiteit te werken en aangezien ik mijn portemonnee bij me had, kon ik opzoek naar middelen die me zouden kunnen ondersteunen bij een inbraak in mijn eigen huis. Mijn eerste gedachte was een kleerhanger, om via de brievenbus de deurklink omlaag te krijgen. Op naar de Blokker. Met één hanger (ik had er nog 9, ze verkochten ze alleen in grootverpakkingen), heb ik een poging gedaan, maar als inbreker zal ik geen gouden bergen verdienen, want het is jammerlijk mislukt. Mijn handen zien er niet uit, geschaafd en dik, dat dan weer wel.
Toch maar weer eens Mr.T proberen. Deze keer trof ik hem in de auto met een klant als bijrijder. Altijd goed. Volgens de klant was het geen enkel probleem om een ommetje via Maastricht te maken. Dus na een stief uurke stond mijn ridder voor de deur. Omdat de sleutel aan de binnenkant zat, was de sleutel aan de buitenkant nutteloos. Mr.T gaf me een zetje over de poortdeur naar de tuin, alwaar ik toegang kreeg tot de gesloten achterdeur, zonder sleutel aan de binnenkant. Gelukt, ik was weer binnen.
Na een innig afscheid toog Mr.T weer met zijn klant naar het werk. Ik heb besloten om voortaan mijn sleutel te vereeuwigen om mijn nek. En ik hoop dat dit het voorlopig is. Met die spelletjes. Van mijn hersens. Het leven is zo al lastig genoeg.