woensdag 9 september 2009

'wetenschappelijk onderzoek'


Zaterdagochtend zat ik om 6.30 uur in een diepe overpeinzing met een kopje thee beneden op de bank. Erg vroeg, ja. Vrijdag hebben we de liefde gevierd op een geweldige bruiloft. Het probleem is dat mijn lichaam geen overeenstemming kan brengen tussen een veelvoud van twee eenheden alcohol en slaap. Ik was dus vooral waakzaam.

De overpeinzing begon in een kort moment van slaap. Ik droomde (of was het werkelijkheid?) dat een spin door mijn gezichtsveld wandelde. Nu ben ik, zacht uitgedrukt, niet zo gek op spinnen, maar in die droom reageerde ik niet. Veel vrouwen reageren over het algemeen behoorlijk hysterisch op de aanwezigheid van een spin, waarbij ik mijzelf maar een beetje in het midden laat.

De overpeinzing ging verder, omdat ik mij herinnerde dat ik eerder in de week dit bericht las. Er is een onderzoek gedaan bij baby's van 11 maanden met plaatjes van spinnen, angstige gezichten, blije gezichten en bloemen. Volgens de onderzoekers leggen de meisjes een associatie tussen het angstige gezicht en de spin. Jongetjes doen dit blijkbaar niet. Het experiment suggereert dat de angst voor spinnen in de vrouwelijke hersenen is geworteld.

Hier wordt door de onderzoekers dan ook nog een evolutionaire theorie aan gekoppeld. Vrouwen kunnen voor minder nageslacht zorgen dan mannen. Dus het was voor de vrouwen belangrijk dat ze hun nageslacht tegen gevaarlijke dieren beschermden, waaronder eventueel spinnen.

Het een en ander vind ik een beetje houtje touwtje knoopje in elkaar geknutseld.
Als eerste is het onderzoek gedaan met maar 10 meisjes en 10 jongens.
Ten tweede is de conclusie dat meisjes de spin associƫren met een angstig gezicht alleen gebaseerd op het feit dat ze significant langer naar de combinatie spin en een blij gezicht keken dan naar de combinatie spin en angstig gezicht. Dit zou betekenen dat ze verbaasd zijn over de koppeling spin en blij. Jongetjes kijken naar beide combinaties even lang.
Ten derde is toen de evolutietheorie nog even uit de kast gehaald en er aan vast geplakt.

Als je het onderzoek snel leest, klinkt het allemaal heel logisch, maar goed, ik ben geen snelle lezer. De vraagtekens die het onderzoek bij mij oproepen, blijven ergens in mijn hersencellen haken, waardoor de logica ineens een stuk minder samenhangend is. Daarbij kan ik de vraag hoe gevaarlijk muizen in de evolutionaire geschiedenis nu eigenlijk geweest zijn, niet uit mijn hoofd zetten.



Geen opmerkingen: